Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 354

Volgens artikel 6 van het reglement van 31 januari 2007 betreffende de aan procedures verbonden regels van confraterniteit bestaan er op de algemene regel dat een advocaat de cliënt van zijn tegenstrever niet rechtstreeks mag aanschrijven, slechts twee uitzonderingen: dit kan wel gebeuren met uitdrukkelijke toestemming van de betrokken advocaat en in het specifieke geval waar een advocaat een overheid aanschrijft in het kader van de openbaarheid van bestuur, terwijl deze overheid in de procedure ook een raadsman heeft – tuchtrechtelijke sanctie en/of verbod om de brieven te gebruiken in de procedure.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

In een dossier waarin beide raadslieden reeds geruime tijd met elkaar in correspondentie zijn, stuurt mr. X van de balie van A op 12 januari 2009 rechtstreeks een ingebrekestelling aan de cliënten aan mr. Y van de balie van B. Voorheen had mr. X diezelfde ingebrekestelling bij niet-vertrouwelijke brief verzonden naar mr. Y, maar deze had geantwoord dat hij het niet-vertrouwelijk karakter van deze brief niet kon aanvaarden en dat de cliënt van mr. X rechtstreeks een ingebrekestelling moest zenden naar de cliënt van mr. Y.

Op 23 mei 2009 zond mr. X dan nogmaals rechtstreeks een brief naar de cliënt van mr. Y.

De cliënte van mr. Y antwoordde op 25 mei 2009 dat mr. X zich moest richten tot mr. Y en niet tot diens cliënte zelf. Dezelfde dag protesteerde ook mr. Y bij mr. X.

Op 26 mei 2009 antwoordde mr. X rechtstreeks aan de cliënt van mr. Y dat de discussie niet direct met de hangende procedure te maken had en dat hij een kopie van de ingebrekestelling ook aan mr. Y had overgemaakt. Dit laatste wordt door mr. Y betwist.

Mr. Y vraagt nu dat de brieven die mr. X rechtstreeks aan zijn cliënte heeft verzonden uit het dossier zouden worden verwijderd.

Tussen de twee stafhouders bestaat hierover discussie.

Advies

Artikel 6 van het reglement van 31 januari 2007 betreffende de aan procedures verbonden regels van confraterniteit bepaalt:

De advocaat heeft met betrekking tot een bepaalde zaak geen rechtstreeks contact met een partij, van wie hij weet dat deze in die zaak wordt bijgestaan door een advocaat, tenzij die advocaat uitdrukkelijk zijn toestemming heeft gegeven en op voorwaarde dat deze laatste op de hoogte wordt gehouden. De advocaat mag overeenkomstig de wet rechtstreeks bij de overheid de inlichtingen inwinnen waarop de cliënt recht heeft, zelfs al is die overheid tevens partij in de zaak.

Ik lees in de brief van de stafhouder van B dat mr. X zou voorhouden dat de brieven geen rechtstreeks verband hielden met de hangende procedure, waarin mr. Y tussenkwam voor C.

Gezien ik niet beschik over het dossier, kan ik daarover geen uitsluitsel geven, maar er lijkt toch wel duidelijk een verband te bestaan tussen beide zaken, gezien mr. X in eerste instantie mr. Y had aangeschreven in zijn hoedanigheid van raadsman. Ik ga er dienvolgens verder van uit dat de zaken met elkaar verband hielden en dat mr. X mocht aannemen dat mr. Y de raadsman was van C, in de zaak waarin mr. X C rechtstreeks aanschreef.

De tekst van artikel 6 van het reglement is duidelijk. Er bestaan op de algemene regel dat een advocaat de cliënt van zijn tegenstrever niet rechtstreeks mag aanschrijven, slechts twee uitzonderingen: dit kan wel gebeuren met uitdrukkelijke toestemming van de betrokken advocaat en dit kan ook gebeuren in het specifieke geval waar een advocaat een overheid aanschrijft in het kader van de openbaarheid van bestuur, terwijl deze overheid in de procedure ook een raadsman heeft.

Mr. X kan zich in deze zaak op geen van beide uitzonderingen beroepen.

In zijn brief van 9 januari 2009 betwist mr. Y het niet-vertrouwelijk karakter van een brief van dezelfde datum van mr. X. Hij suggereert in deze brief niet dat mr. X rechtstreeks zijn cliënte zou aanschrijven maar stelt:

Dus bede een deftige ingebrekestelling dan maar te doen sturen door uw cliënte aan mijn cliënte met vermelding van de precieze omstandigheden van dit zogenaamde schadegeval.

Mr. X beschikt dus niet over de toestemming van mr. Y om rechtstreeks de cliënte van mr. Y aan te schrijven.

Dit geldt a fortiori voor de brief van 23 mei 2009 die niet werd voorafgegaan door briefwisseling tussen mr. X en mr. Y.

Er moet dus worden besloten dat de brieven van 12 januari 2009 en 23 mei 2009 van mr. X aan C strijdig zijn met artikel 6 van het reglement betreffende de aan procedures verbonden regels van confraterniteit.

Naast een eventuele tuchtrechtelijke vervolging, kan de stafhouder ook de gevolgen van dit onconfraterneel handelen ongedaan maken door mr. X te verbieden gebruik te maken van deze beide brieven in de procedure. Daar anders over oordelen zou betekenen dat men zou toelaten het onconfraterneel handelen te bestendigen door de neerlegging van brieven die met schending van de regels van confraterniteit tot stand gekomen zijn.

Philippe De Jaegere

Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 251

Meer lezen

Advies 716

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen