Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 349

De raadsman van een advocaat in een ereloongeschil moet kennis kunnen nemen van het volledige dossier van de advocaat die hij verdedigt. De advocaat-cliënt zal zijn raadsman desgevallend ook zaken toevertrouwen die behoren tot de vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt. Als raadsman van mr. X zou mr. Y dus kennis kunnen gekregen hebben van vertrouwelijke gesprekken of stukken uit het dossier van mr. X in een procedure waarin mr. Y nog steeds de tegenpartij van mevrouw B (cliënt van mr. X) verdedigt – manifest gevaar voor schending van het beroepsgeheim en een belangenconflict.

De beslissing van een stafhouder om een advocaat toe te laten of te verbieden in een bepaalde zaak op te treden is een beslissing ex autoritate, die de betrokken advocaten bindt - de stafhouder oordeelt niet als persoon, maar wel als stafhouder - omwille van de continuïteit en de rechtszekerheid dienen ook de volgende stafhouders de beslissingen van hun voorgangers te respecteren. Een nieuwe stafhouder kan dienvolgens slechts terugkomen op een beslissing van een van zijn voorgangers wanneer nieuwe elementen van aard zijn om een andere beslissing te nemen.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

De heer A en mevrouw B voeren een echtscheidingsprocedure die start begin 2007.

Mr. X was aanvankelijk de raadsman van mevrouw B. Mr. Y is nog steeds de raadsman van de heer A. Beide raadslieden zijn ingeschreven op het tableau van de balie van A.

Bij brief van 23 maart 2007 schrijft mr. X de stafhouder van de balie van A aan met de boodschap dat enkele maanden eerder mevrouw B tweemaal mr. Y had gecontacteerd en er een zeer uitgebreide raadpleging had omtrent het voeren van een echtscheidingsprocedure tegen de heer A. Mr. Y zou advies verstrekt hebben en zou daarvoor een bedrag ontvangen hebben van 100 euro.

Mr. X en zijn cliënte zijn van oordeel dat mr. Y in die omstandigheden niet kan optreden voor de heer A in de echtscheidingsprocedure.

Mr. Y antwoordt op 29 maart 2007 aan zijn stafhouder, met verwijzing naar een brief van 19 maart 2007 aan mr. X, dat mevrouw B hem weliswaar medio 2006 een bezoek bracht ten kantore, maar dat hij enkel advies verstrekte met betrekking tot een der dochters van partijen. Dit advies had volgens mr. Y geen betrekking op een eventuele echtscheidingsprocedure.

Mr. Y voegde daar nog aan toe dat hij sinds jaren de persoonlijke raadsman is van de heer A.

Op grond van deze informatie besliste de stafhouder dat mr. Y verder de belangen van de heer A mocht behartigen. Dit werd meegedeeld aan mr. Y bij brief van 6 april 2007, waarvan mr. X ook een kopie ontving.

Hiertegen kwam geen protest meer.

Medio 2008 werd mr. X dan opgevolgd door mr. Z van de balie van B.

De ereloonstaat van mr. X werd betwist of minstens toch niet betaald, zodat op 20 februari 2009 werd overgegaan tot dagvaarding van mevrouw B ten verzoeke van haar vorige raadsman, mr. X.

Als raadsman van mr. X trad evenwel mr. Y op. Als gevolg hiervan schreef mr. Z op 25 februari 2009 zijn stafhouder aan, in eerste instantie om zijn beklag te maken over het feit dat mr. X in de ereloonprocedure werd bijgestaan door mr. Y en ten tweede om opnieuw het probleem van de tussenkomst van mr. Y in de echtscheidingsprocedure aan te kaarten.

Mr. X en mr. Y zagen er blijkbaar geen graten in dat mr. Y mr. X zou bijstaan in het ereloongeschil, maar nu daartegen protest kwam, heeft mr. Y zich meteen uit het ereloongeschil teruggetrokken als raadsman van mr. X.

Wel bleven en blijven mr. Z en zijn cliënte, mevrouw B, zich verzetten tegen het feit dat mr. Y verder de belangen van de heer A behartigt in de echtscheidingsprocedure.

Mevrouw B houdt staande dat zij wel degelijk mr. Y heeft geconsulteerd in het kader van de echtelijke moeilijkheden en mr. Z brengt in dat verband de handgeschreven verklaringen bij van de drie dochters van mevrouw B, die allen bevestigen dat zij het initiatief namen om hun moeder de weg te wijzen naar mr. Y om de echtelijke problemen met de heer A te bespreken.

Geconfronteerd met deze nieuwe verklaringen houdt mr. Y staande dat mevrouw B hem geenszins heeft geconsulteerd in het kader van een eventuele echtscheidingsprocedure. Hij trekt ook de geloofwaardigheid van de dochters van mevrouw B in twijfel, gezien deze blijkbaar in de echtscheidingsprocedure zelf ook duidelijk partij hebben gekozen en niet objectief zijn.

Mr. Y wijst er op dat de vroegere beslissing van de stafhouder in 2007 niet werd aangevochten en dat hij om deontologische redenen nooit advies zou verleend hebben aan mevrouw B in het kader van een mogelijke echtscheidingsprocedure tegen de heer A, vermits hij reeds 19 jaar de persoonlijke raadsman is van de heer A.

Advies

De vraag of mr. Y kon optreden als raadsman van mr. X in het ereloongeschil is niet meer aan de orde, omdat mr. Y zich heeft teruggetrokken.

Het is verbazend dat mr. Y niet van meet af aan inzag dat hij onmogelijk de raadsman kon zijn van mr. X in het ereloongeschil met mevrouw B.

De raadsman van een advocaat in een ereloongeschil moet kennis kunnen nemen van het volledige dossier van de advocaat die hij verdedigt. Zijn cliënt, de advocaat, zal hem desgevallend ook zaken toevertrouwen die behoren tot de vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt (in casu tussen mr. X en mevrouw B). Als raadsman van mr. X zou mr. Y dus kennis kunnen gekregen hebben van vertrouwelijke gesprekken of stukken uit het dossier van mr. X in een procedure waarin mr. Y nog steeds de tegenpartij van mevrouw B verdedigt. Er is hier manifest een gevaar voor schending van het beroepsgeheim en zelfs een belangenconflict.

Nu uit de verklaringen van zowel mr. Y als mr. X valt af te leiden dat mr. Y enkel nog maar had toegezegd op te treden als raadsman van mr. X en dat er geen enkele aanwijzing is dat mr. Y reeds kennis kreeg van het dossier van mr. X of van andere vertrouwelijke elementen, speelt dit verder geen rol in de vraag of mr. Y zich moet terugtrekken uit de echtscheidingsprocedure.

Over de vraag of mr. Y zich al dan niet moet terugtrekken uit de echtscheidingsprocedure werd reeds geoordeeld in 2007 door de stafhouder. De stafhouder oordeelde dat mr. Y zich niet hoefde terug te trekken uit de procedure. Hij deed dit op basis van de hem toen bekende gegevens, met name de bewering van mevrouw B dat zij eerder mr. Y had geconsulteerd in het kader van de echtelijke problemen en een eventuele echtscheidingsprocedure enerzijds en het antwoord van mr. Y dat mevrouw B hem consulteerde in een totaal andere zaak anderzijds.

De beslissing van een stafhouder om een advocaat toe te laten of te verbieden in een bepaalde zaak op te treden is een beslissing ex autoritate, die de betrokken advocaten bindt.

De stafhouder oordeelt niet als persoon, maar wel als stafhouder.

Omwille van de continuïteit en de rechtszekerheid dienen ook de volgende stafhouders de beslissingen van hun voorgangers te respecteren.

Een nieuwe stafhouder kan dienvolgens slechts terugkomen op een beslissing van een van zijn voorgangers wanneer nieuwe elementen van aard zijn om een andere beslissing te nemen.

Het bevel aan een advocaat om zich uit een bepaalde procedure als raadsman terug te trekken is een bewarende maatregel, die steeds moet zijn ingegeven door de finaliteit de schending van een deontologische regel te voorkomen.

Wanneer een advocaat in een geschil tussen A en B eerst advies geeft aan A, kan hij later niet optreden als raadman voor B, omdat er een belangenconflict en schending van het beroepsgeheim dreigt.

De stafhouder heeft in 2007 geoordeeld dat er geen dergelijke dreiging was, zodat een bewarende maatregel zich niet opdrong.

De vraag is of er sindsdien iets gewijzigd is aan de situatie waardoor de stafhouder nu anders zou moeten beslissen.

Het enige nieuwe element lijkt te zijn dat mevrouw B nu, twee jaar later, via haar nieuwe raadsman drie verklaringen van haar dochters voorlegt, waarin haar oorspronkelijk standpunt wordt bevestigd.

Mr. Y blijft evenwel formeel ontkennen dat hij ooit mevrouw B advies heeft verleend over de echtscheidingsproblematiek. Mr. Y wijst er ook op dat volgens hem de dochters van mevrouw B in deze niet onpartijdig zijn.

Tenzij de huidige stafhouder redenen heeft om aan te nemen dat het vaststaat dat mr. Y de waarheid niet spreekt, lijkt het mij dat er onvoldoende gewijzigde omstandigheden zijn om de beslissing van de vorige stafhouder te hervormen.

Bovendien kan men niet buiten het feit dat mr. Y ondertussen reeds twee jaar de echtscheidingsprocedure behandelt, zodat het gevaar op schending van het beroepsgeheim, indien dit al aanwezig zou geweest zijn, zich ondertussen ook al zou hebben gerealiseerd. Een bevel aan mr. Y om zich uit de zaak terug te trekken is als bewarende maatregel zinloos geworden is.

Ik adviseer dan ook om de beslissing van de vorige stafhouder ongewijzigd te laten en mr. Y niet te bevelen zich uit de zaak terug te trekken.

Philippe De Jaegere

Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 720

Meer lezen

Advies 715

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen