Ga verder naar de inhoud

Advies 332

De bemiddelaar kan in een interview voor een TV-programma in algemene termen spreken over bemiddeling, maar mag daarbij op geen enkele wijze een link leggen naar een welbepaalde zaak en moet ook elke impliciete verwijzing die de kijker zou toelaten een link te leggen achterwege laten - artikel 1728 § 1, eerste lid Ger. W.: de geheimhoudingsplicht ten aanzien van documenten en mededelingen die worden gedaan in de loop van de bemiddelingsprocedure, kan worden opgeheven met instemming van de partijen om “onder meer” de rechter in staat te stellen de bemiddelingsakkoorden te homologeren – deze uitzondering kan niet worden uitgebreid naar publieke mededelingen in het algemeen – het akkoord van partijen ontslaat de bemiddelaar niet van zijn beroepsgeheim.

De bemiddelaar mag niet de naam van de personen betrokken bij een bemiddeling prijsgeven aan de programmamakers, zodat deze hen kunnen contacteren, zelfs niet indien de betrokken personen daarmee akkoord gaan.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

Een TV-programma overweegt een uitzending over de advocaat-bemiddelaar.

De journalist wenst interviews af te nemen van personen die een beroep hebben gedaan op een bemiddelaar waarvan de zaak is afgesloten.

Blijkbaar zou men ook interviews willen afnemen van bemiddelaars. De betrokken bemiddelaars hebben een aantal vragen met betrekking tot onder meer hun beroepsgeheim.

  1. In eerste instantie vraagt de stafhouder of de interviews met personen betrokken in een bemiddeling mogen worden gevolgd door een interview met de betrokken advocaatbemiddelaar.
  2. Vervolgens stelt de stafhouder de vraag naar de rol die bemiddelaars kunnen spelen bij het aanbrengen van “cliënten” aan de programmamakers.

Advies

In eerste instantie vraagt de stafhouder of de interviews met personen betrokken in een bemiddeling mogen worden gevolgd door een interview met de betrokken advocaat-bemiddelaar.

Terecht stelt u daarbij dat de bemiddelaar niet mag uitweiden over de zaak zelf.

Artikel 1728 §1, derde lid Ger.W. bepaalt dat de bemiddelaar, onverminderd de verplichtingen die hem bij wet worden opgelegd, de feiten waarvan hij uit hoofde van zijn ambt kennis krijgt, niet openbaar mag maken. Artikel 458 Sw. is van toepassing op de bemiddelaar.

De bemiddelaar kan dus in een interview in algemene termen spreken over bemiddeling, maar mag daarbij op geen enkele wijze een link leggen naar een welbepaalde zaak en moet ook elke impliciete verwijzing die de kijker zou toelaten een link te leggen achterwege laten.

Het gevaar bestaat inderdaad dat door de redactie van het programma bepaalde algemene uitspraken van de bemiddelaar worden gekoppeld aan een concrete uitspraak van een persoon betrokken in de bemiddeling, waarin deze bemiddelaar ook effectief optrad als bemiddelaar.

De stafhouder schrijft dat de programmamakers akkoord gaan om een inzage- en vetorecht te geven aan de geïnterviewde bemiddelaars. Deze zullen daarvan gebruik moeten maken wanneer voormeld probleem zich zou voordoen. Het is aan de OVB en de betrokken bemiddelaars om de programmamakers erop te wijzen dat er in het programma geen enkel verband mag worden gelegd tussen de personen betrokken in de bemiddeling, die in het programma hun persoonlijk verhaal doen en een bemiddelaar die in algemene termen over bemiddeling spreekt.

Voor de volledigheid verwijs ik ook naar artikel 1728 §1, eerste lid Ger.W. waarin met betrekking tot de geheimhoudingsplicht ten aanzien van documenten en mededelingen die worden gedaan in de loop van de bemiddelingsprocedure staat dat de geheimhoudingsplicht slechts kan worden opgeheven met instemming van de partijen om “onder meer” de rechter in staat te stellen de bemiddelingsakkoorden te homologeren.

Zoals een advocaat ter verdediging van de belangen van zijn cliënt in bepaalde gevallen in het kader van een procedure bepaalde zaken dient openbaar te maken, die in principe vallen onder het beroepsgeheim (de paradox van het beroepsgeheim), zo ook bepaalt artikel 1728 Ger.W. dat in bepaalde gevallen documenten en mededelingen kunnen worden overgelegd aan de rechter met instemming van de partijen.

De woorden “onder meer” in de tekst van de wet kunnen niet aldus worden geïnterpreteerd dat de bemiddelaar (of de partijen zelf, of hun advocaat) in alle omstandigheden zou kunnen worden ontslagen van zijn geheimhoudingsplicht mits hij daartoe akkoord krijgt van de betrokken partijen. Het gaat hier duidelijk om een doelgerichte uitzondering om welbepaalde documenten en elementen met betrekking tot de bemiddeling in het belang van de betrokken partijen en met hun akkoord vrij te geven ten aanzien van een welbepaalde persoon of instelling, zoals een rechter.

Deze uitzondering kan niet worden uitgebreid naar publieke mededelingen in het algemeen. Deze worden trouwens uitdrukkelijk verboden in het derde lid van artikel 1728 §1 Ger. W.

Het akkoord van partijen ontslaat de bemiddelaar niet van zijn beroepsgeheim

Vervolgens stelt de stafhouder de vraag naar de rol die bemiddelaars kunnen spelen bij het aanbrengen van “cliënten” aan de programmamakers.

Terecht stellen de bemiddelaars dat zij onmogelijk de naam van personen betrokken bij een bemiddeling kunnen prijsgeven aan de programmamakers, zodat deze hen dan kunnen contacteren. Dit zou een schending zijn van hun beroepsgeheim.

Op grond van wat voorafgaat dient de bemiddelaar er zich ook van te onthouden om dit te doen, zelfs wanneer de betrokken persoon daarmee akkoord zou gaan.

De enige mogelijkheid bestaat erin de bij de bemiddeling betrokken personen aan te spreken en hen te laten weten dat zij zelf contact kunnen opnemen met de programmamakers, indien zij daarvoor interesse hebben.

Het lijkt mij daarbij ook de taak van de bemiddelaar die deze personen uitdrukkelijk te wijzen op artikel 1728 §1, eerste en tweede lid Ger. W., dat ook van toepassing is op de partijen betrokken bij de bemiddeling. Ook de partijen zijn gehouden het vertrouwelijk karakter van documenten en mededelingen die worden gedaan in de loop van de bemiddelingsprocedure te bewaren.

Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 720

Meer lezen

Advies 715

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen