Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 330

De advocaat is deontologisch verplicht zijn cliënt te wijzen op de mogelijkheden van juridische tweedelijnsbijstand, indien er aanwijzingen zijn dat de cliënt daarvoor in aanmerking komt – gevolgen van een inbreuk op deze deontologische verplichting op de staat van kosten en ereloon zijn van civielrechtelijke aard – de stafhouder is niet bevoegd om ter zake uitspraak te doen, noch om de arbitragecommissie te adviseren.

Vraag

Een stafhouder stelt dat het een deontologische plicht is om de cliënten te wijzen op de mogelijkheid een pro-deo aan te vragen en koppelt daaraan twee vragen:

  1. Wat is de algemene rechtspraak inzake tucht met betrekking tot deze deontologische verplichting?
  2. Wat is het lot van de staat van kosten en erelonen van een advocaat die aan zijn cliënt de prodeo had moeten adviseren, maar dat niet heeft gedaan?

De stafhouder verwijst naar een concreet geval waarin de arbitragecommissie van zijn balie bij de behandeling van de zaak over een betwiste ereloonstaat geconfronteerd wordt met de klacht van de cliënt dat zij lopende de procedure vanaf een bepaald ogenblik recht zou gehad hebben op een prodeoadvocaat en daarover niet werd ingelicht door haar advocaat. De arbitragecommissie vraagt de stafhouder het dossier te onderzoeken en “na uw conclusie en eventuele tussenkomst het dossier terug te willen overmaken aan de arbitragecommissie”.

Advies

Vrij algemeen wordt aanvaard dat er inderdaad een deontologische plicht is voor de advocaat om zijn cliënt te wijzen op de mogelijkheden van juridische tweedelijnsbijstand, indien er aanwijzingen zijn dat de cliënt daarvoor in aanmerking komt.

Aan sommige balies is deze verplichting ook ingeschreven in de deontologische code.

In de uitspraken van de tuchtraden sinds 1 november 2006 zijn mij geen beslissingen bekend waarin een advocaat werd vervolgd wegens een inbreuk op voormelde deontologische plicht.

De vraag naar de gevolgen van een inbreuk op deze deontologische plicht op de staat van kosten en ereloon van de advocaat valt niet eenvoudig te beantwoorden.

Ik wil erop wijzen dat noch de stafhouder, noch het departement deontologie van de Orde van Vlaamse Balies ter zake enige bevoegdheid heeft. Het gaat immers om de civielrechtelijke verbintenissen van advocaat en cliënt.

Een advocaat heeft een informatieplicht en de eerste vraag die desgevallend door een rechter of een arbitragecommissie moet worden beantwoord, is de vraag of de advocaat in concreto is tekort gekomen aan zijn informatieplicht.

De cliënt die beweert niet geïnformeerd te zijn over de mogelijkheden van de juridische tweedelijnsbijstand draagt daarvan in principe de bewijslast.

De kwalificatie van deze fout zal afhangen van omstandigheden die in elke zaak afzonderlijk door de rechter moeten worden beoordeeld. De vraag zal daarbij ook rijzen of de advocaat wist of moest weten dat de cliënt mogelijk in aanmerking kwam voor juridische tweedelijnsbijstand. Daarbij kunnen de aard van de zaak, het belang van de zaak, de wijze waarop de zaak bij de advocaat is aangebracht, de informatie de cliënt zelf heeft verstrekt, enzovoort een rol spelen.

Bij dit alles mag men ook niet vergeten dat een advocaat niet verplicht is een zaak te behandelen onder het systeem van de juridische tweedelijnsbijstand. Ook de cliënt is daartoe niet verplicht. De cliënt kan perfect afzien van het recht een beroep te doen op de juridische tweedelijnsbijstand.

Dit alles kan het voorwerp uitmaken van een feitelijke discussie met een ingewikkelde bewijslastproblematiek.

De rechter zal ook moeten beoordelen of het niet verstrekken van de informatie over de juridische bijstand een contractuele fout is in het kader van de opdracht die de advocaat kreeg, dan wel eerder een inbreuk op een algemene zorgvuldigheidsnorm.

Ook bij de beoordeling van de eventuele civielrechtelijke gevolgen zullen vele feitelijkheden een rol spelen die in elke zaak afzonderlijk door de rechter zullen moeten worden beoordeeld. Hoe heeft de cliënt zichzelf voorgesteld? Diende de cliënt zelf ook niet te weten dat er een mogelijkheid was om een beroep te doen op een pro-deoadvocaat? Was het voor de cliënt van meet af aan niet duidelijk dat hij zich wendde tot een advocaat die geen pro-deozaken behandelt? Verantwoorden de aard en het belang van de zaak de keuze van een betalend advocaat? Enz.

Het is dienvolgens niet mogelijk om bij wijze van algemene regel een civielrechtelijk gevolg te koppelen aan een beweerde inbreuk op de deontologische regel dat de advocaat in principe zijn cliënt informeert over de mogelijkheid van juridische tweedelijnsbijstand.

Terugkomend op de concrete vraag van uw arbitragecommissie, moet ik u zeggen dat het mij niet duidelijk is wat de bedoeling van de arbitragecommissie precies is.

De arbitragecommissie dient te handelen overeenkomstig de artikelen 1676 e.v. Ger.W. en kan mijns inziens haar bevoegdheid niet delegeren aan een derde.

De stafhouder is niet bevoegd om ter zake enige uitspraak te doen, noch om de arbitragecommissie te adviseren.

De brief van de voorzitter van de arbitragecommissie kan door de stafhouder alleen aldus worden begrepen dat het mogelijk deontologische probleem aan de stafhouder wordt gesignaleerd, waaraan de stafhouder al dan niet een tuchtrechtelijk gevolg zal geven.

De stafhouder kan dan ook enkel antwoorden dat hij de melding goed ontvangen heeft, dat hij daaraan het gepaste gevolg zal geven en dat hij niet bevoegd is om de arbitragecommissie in welke zin dan ook te adviseren.

Voor zoveel als nodig wens ik ook te wijzen op artikel 477 Ger.W.: "In een strafrechtelijke, burgerrechtelijke of administratieve procedure mag geen melding worden gemaakt van een tuchtprocedure, noch van elementen daarvan".

Indien een tuchtonderzoek zou worden gestart, dan valt dit volledig buiten de arbitrage en dan kan geen enkel element daarvan doorsijpelen tot in de arbitrageprocedure.

Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 697

Meer lezen

Advies 686

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen