Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 329

De adviserende bevoegdheid van de raad van de Orde in een ereloongeschil is een onderzoeksmaatregel die steunt op een gebruik, verwant is aan een deskundigenonderzoek maar hiermee niet kan worden gelijkgesteld – de raad van de Orde kan niet verplicht worden om een advies op te stellen in een andere taal dan deze van de Orde van Advocaten waarvan zij de raad is (zij is wel vrij dit te doen in een andere taal) – de raad van de Orde maakt het advies rechtstreeks over aan het rechtscollege, zodat de partijen niet de mogelijkheid hebben het te laten vertalen – een buitenlands rechtscollege kan (technisch) advies vragen aan de raad van de Orde omtrent de begroting van een kosten- en ereloonstaat, waarbij het de raad in principe vrij staat de taal van zijn advies te kiezen.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

De problematiek die u voorlegt en waarover u, in samenspraak met uw stafhouder, advies vraagt betreft het gebruik van de taal in ereloonbetwistingen waar de rechtsmacht advies vraagt aan de raad van de Orde. U verwijst naar artikel 112 van de Codex dat bepaalt dat het advies wordt opgesteld in de taal van de rechtspleging voor de betrokken rechtsmacht.

In dit verband stelt u volgende vragen:

  1. Kan de raad van de Nederlandse Orde van Advocaten advies verlenen in de Franse taal wanneer hij wordt gevat door een Franstalige rechtsmacht?
  2. Dient het advies steeds in de Nederlandse taal te worden gegeven, zij het dat het aan de meest gerede partij behoort om te zorgen voor een al dan niet vrije vertaling van dit advies ter attentie van de rechtsmacht?
  3. Is het denkbaar dat buitenlandse rechtbanken (technisch) advies kunnen vragen aan de raad van de Orde van een balie omtrent de begroting van een staat van erelonen, kosten en uitgaven? In bevestigend geval, in welke taal dient dit (technisch) advies door de raad van de Orde te worden verstrekt?

Advies

Na onderzoek door de studiedienst, kan ik daaromtrent het volgende advies verstrekken.

Ereloon

Vaak vraagt een rechtbank advies aan de raad van de Orde van Advocaten in een ereloongeschil.

Vooraleer uw eerste vraag te beantwoorden, is het van belang de rechtsgrond van deze adviserende bevoegdheid van de raad van de Orde kort toe te lichten.

Het Gerechtelijk Wetboek bevat hierover geen specifieke bepaling.

De meerderheid van de rechtspraak en de rechtsleer aanvaardt dat de tussenkomst van de raad van de Orde op verzoek van de rechtbank in een ereloongeschil, steunt op een gebruik (zie o.m. Gent 10 april 1998, T.W.V.R. 1999, 146-149; Kh. Brugge 4 mei 2005, T.G.R. 2005, 178-180; Kh. Hasselt 25 februari 2004, P. & B. 2004, 159; Kh. Hasselt 23 maart 2005, RW 2008-2009, 726.). Dit gebruik sluit aan bij de wettelijke taak van de raad van de Orde om de erelonen te herleiden indien ze niet met billijke gematigdheid zijn vastgesteld (artikel 446ter Ger. W.) (J.-P. BUYLE, “Les avis sur honoraires ont-ils un bel avenir?”, J.L.M.B. 2008, 263; Kh. Brugge 4 mei 2005, T.G.R. 2005, 178-180; contra: Gent 10 april 1998, T.W.V.R. 1999, 148.)

Over de juiste juridische draagwijdte van de tussenkomst van de raad van de Orde is al heel wat inkt gevloeid. In de rechtspraak en rechtsleer wordt gesteld dat hoewel het advies van de raad kan worden beschouwd als een deskundig advies, het niet kan worden gelijkgesteld met een deskundigenonderzoek zoals bepaald in het Gerechtelijk Wetboek. Het advies wordt verleend volgens een procedure die niet in overeenstemming is met de regels van de gerechtelijke expertise, terwijl het toch die waarde schijnt te hebben (J.-P. BUYLE, “Les avis sur honoraires ont-ils un bel avenir?”, J.L.M.B. 2008, 263; H. LAMON, Een advocaat in de spiegel, Brugge, die Keure, 2004, 127; Kh. Brugge 4 mei 2005, T.G.R. 2005, 178; Kh. Hasselt 25 februari 2004, P. & B. 2004, 159; Vred. Brugge 21 februari 2005, T.G.R. 2005, 183; contra: Gent 10 april 1998, T.W.V.R. 1999, 148, noot F. MOEYKENS.).

De artikelen 962 t.e.m. 991bis Ger. W. (deskundigenonderzoek) zijn niet van toepassing onder meer omdat een gerechtsdeskundige een natuurlijk persoon moet zijn (die de eed aflegt, die kan worden gewraakt,...), terwijl de raad van de Orde een orgaan is van een rechtspersoon. Daarnaast wordt de opdracht tot het geven van advies aan een raad van een bepaalde Orde gevraagd, waarvan de samenstelling jaarlijks wijzigt (artikel 454 Ger. W.). Het is dan ook mogelijk dat het advies wordt verstrekt door een raad in een andere samenstelling dan die ten tijde van de aanstelling door de rechter. Een deskundigenonderzoek daarentegen wordt opgedragen aan één of meer bij naam genoemde experten. Verder dient een vonnis waarbij een deskundigenonderzoek wordt bevolen een termijn te bepalen, terwijl dit niet is vereist in vonnis waarin advies aan de raad wordt gevraagd (Vred. Brugge 21 februari 2005, T.G.R. 2005, 183-184.). Het betreft hier slechts een exemplatieve opsomming van de argumenten waarom de regels inzake het deskundigenonderzoek niet van toepassing zijn op het advies van de raad van de Orde.

We kunnen dan ook besluiten dat de adviserende bevoegdheid van de raad van de Orde een onderzoeksmaatregel is die steunt op een gebruik, verwant is aan een deskundigenonderzoek, maar hiermee niet kan worden gelijkgesteld.

Taal

Wat betreft het gebruik van de taal door de raad van de Orde, dient in de eerste plaats te worden opgemerkt dat volgens artikel 30 van de Grondwet het gebruik van de in België gesproken talen vrij is.

Vraag is of de Wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken (B.S., 22 juni 1935) van toepassing is.

Deze wet is van toepassing op de burgerlijke rechtbanken, de rechtbanken van koophandel, de strafgerechten in eerste aanleg, de hoven van assisen, de strafuitvoeringsrechtbanken, alle rechtscolleges in hoger beroep en het Hof van Cassatie, alsook op het vooronderzoek in strafzaken.

Aangezien de raad van de Orde geen rechtscollege is (Kh. Hasselt 25 februari 2004, P. & B. 2004, 159.), is de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken hierop niet van toepassing.

Daarnaast bepaalt artikel 33 van deze wet dat het deskundigenonderzoek verloopt in de taal van de rechtspleging. Zoals uit het bovenstaande blijkt, zijn de regels van het deskundigenonderzoek niet van toepassing, zodat op het eerste gezicht ook op artikel 33 van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken geen beroep kan worden gedaan. Het toepassingsgebied van artikel 33 lijkt evenwel iets breder te zijn dan louter het deskundigenonderzoek bevolen door de rechtbank. Artikel 33 bepaalt in het algemeen dat "de verslagen der deskundigen en der vaklieden worden gesteld in de taal der rechtspleging". Indien de rechtbank een advies vraagt aan een raad van de Orde, kan worden gesteld dat, bij gebreke van enige andere specifieke bepaling, artikel 33 ook moet worden toegepast op het verslag dat een raad van de Orde op verzoek van de rechtbank in een hangende zaak opstelt. Hieraan moet onmiddellijk worden toegevoegd dat artikel 33 ook bepaalt dat de rechtbank "voor buitengewone vakken en wegens bijzondere redenen de deskundige ertoe kan machtigen de taal zijner keus te bezigen". Indien artikel 33 mutatis mutandis moet worden toegepast op een advies van een raad van de Orde dan geldt voor dit advies ook de regel dat de rechter de raad van de Orde kan machtigen de taal zijner keus te bezigen.

De raad van de Ode kan mijns inziens van haar kant niet worden verplicht een advies op te stellen in een andere taal dan deze van de Orde van advocaten waarvan zij de raad is. Zij is vrij dit te doen, maar kan daartoe niet worden verplicht. Hier moet natuurlijk ook rekening worden gehouden met artikel 112 van de Codex van de NOAB waarin de NOAB zichzelf oplegt het advies op te stellen in de taal van de rechtspleging.

Wellicht moet hier worden gestreefd naar een akkoord met de magistratuur om systematisch bij toepassing van artikel 33 van de taalwet de raad van de Orde toe te laten advies te verstrekken in de taal van zijn keuze.

Vertaling

Met betrekking tot uw vraag of het aan de meest gerede partij behoort om te zorgen voor een al dan niet vrije vertaling van het advies ter attentie van de rechtsmacht, kan worden opgemerkt dat de raad van de Orde zijn advies rechtstreeks overmaakt aan het rechtscollege, zodat het niet mogelijk is voor de partijen om het document te laten vertalen.

Buitenlands rechtscollege

Wat betreft uw laatste vraag, is het inderdaad mogelijk dat een buitenlands rechtscollege (technisch) advies vraagt aan de raad van de Orde van een balie omtrent de begroting van een kosten- en ereloonstaat.

Aangezien enerzijds het gebruik van de in België gesproken talen vrij is (artikel 30 van de Grondwet) en anderzijds de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken niet van toepassing is op de werking van de raad van de Orde, staat het de raad van de Orde in principe vrij de taal van zijn advies te kiezen.

Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 709

Meer lezen

Advies 616

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen