Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 32
Incassobureau malafide zaakwaarnemers
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
De vraag betreft een nv Immo-Re, met handelsbenaming Invas, vroeger gevestigd te Kruishoutem en thans te Izegem, en geleid door een zekere algemeen-directeur P.A. Van den Berghe.
Uw aandacht wordt gevestigd door een lid van uw balie op de activiteiten van dit in- vorderingsbureau en de blijkbaar oneerlijke wijze waarop dit tewerk gaat door niet te antwoorden op de vragen van de cliënten (die uiteindelijk strekken tot terugzending van de dossiers gezien het ontbreken van enig resultaat), het niet opmaken van een afrekening en het in rekening brengen van een zeer belangrijk bedrag (meer 2/3de van de schuldvorderingen die toevertrouwd werden ter inning).
* * *
1. Het dossier dat U werd overgemaakt, is redelijk onvolledig vermits niet de volledige briefwisseling en evenmin de ingebrekestellingen en de afrekeningen van de tegenpartij worden voorgebracht.
Dat belet niet dat thans reeds enkele preciseringen kunnen worden gegeven, hoewel er op gewezen wordt dat het nuttig zou zijn over een volledig dossier te kunnen beschikken.
2. Zoals geweten, staat een incassobureau t.t.z. een zaakwaarnemer niet in de gunst van de wetgever, vermits de zaakwaarnemers worden geweerd van de vertegenwoordiging in rechte en zij niet als gevolmachtigden kunnen optreden voor de rechtbank (artikel 728 § 4). Idem voor het optreden voor arbiters (artikel 1692, punt 4 Ger.W.).
De wet op het consumentenkrediet van 12 juni 1991 verbiedt hun activiteiten als schuldbemiddelaar radicaal (artikel 67), verbod dat van openbare orde is vermits het gepaard gaat met strafrechtelijke sancties (artikel 101 § 1, 9). Dit wettelijk verbod is van toepassing zodra er tussen de schulden, waarover bemiddeld wordt, zich tenminste één schuld bevindt die voortspruit uit een kredietovereenkomst (memorie van toelichting van de wet, pag. 6), wat verstaan moet worden als één aan de wet op het consumentenkrediet onderworpen kredietovereenkomst (LETHANIE, P., Het consumentenkrediet. De wet van 12 juni 1991, Antwerpen, Kluwer, 1993, 347, nr 424).
3. Het nationaal reglement op de betrekking tussen zaakwaarnemers en advocaten stelt dat het de advocaten verboden is betrekkingen te onderhouden met zaakwaarnemers die beweren rechtstreeks of onrechtstreeks een partij te vertegenwoordigen in strijd met artikel 675, al. 4, 728, § 4, en 1694, 4° Ger.W., behalve voor de verdediging van de persoonlijke belangen van de zaakwaarnemers.
Hetzelfde verbod geldt t.o.v. elke zaakwaarnemer die, zij het op bijkomende wijze, schuldvorderingen int of schulden centraliseert voor zijn klanten.
4. Er is dus een principieel verbod van bijstand aan dergelijke kantoren en een eerste vraag zou derhalve zijn of de stafhouders van Gent en Kortrijk niet op de hoogte moeten gesteld worden van het feit dat de advocaten X, Y en Z zich met deze belangen zouden ingelaten hebben. Onderzoek van deze stafhouders lijkt dus op zijn plaats in het licht van deze reglementering en ook om de activiteiten van dit blijkbaar dubieus zakenkantoor te kunnen omschrijven.
5. Het Hof van Beroep van Brussel (1 oktober 1987, Jur. de Liège, 1987, 1453) oordeelde dat de activiteiten van zaakwaarnemers, in zoverre ze bestaat in ingebrekestelling van debiteurs, opzoeken van solvabiliteitsgegevens, contacten met derden als curatoren en gerechtsdeurwaarders, en innen van afbetalingen, verwant is met de activiteit die een advocaat voor zijn cliënt ontplooit, doch deze zaken zijn niet gedekt door het monopolie dat de advocaat beschermt.
De wettelijke prerogatieven van de advocaat hebben echter in het bijzonder betrekking op het pleidooi, de vertegenwoordiging in rechte. Nochtans mengt hij zich in de leiding van het proces en de specifieke taken van het beroep van advocaat, wanneer een zaakwaarnemer in de uitoefening van zijn contract met zijn cliënt een advocaat kiest en hem belast met een procedure, daar deze advocaat aldus een uitvoeringsagent is van de zaakwaarnemer en niet de mandataris van zijn zogenaamde cliënt.
De overeenkomst tussen cliënt en zaakwaarnemer is derhalve strijdig met de openbare orde. Hij kan geen aanspraak maken op vergoedingen en afhankelijk van de beoordeling door de rechtbank, kunnen de door de cliënt betaalde vergoedingen van hem terug geëist worden.
6. Ik verwijs ook naar een procedure die door de Antwerpse Orde tegen een plaatselijk zakenkantoor, is gevoerd voor de stakingsrechter, waarbij deze de staking heeft bevolen van alle handelingen waarbij het zakenkantoor zich nog langer zou uitgeven als advocaat hetzij zoals een advocaat, als hebbende de bevoegdheden van een advocaat, als hebbende de vertegenwoordigingsbevoegdheden en/of beroepshalve toegangsrecht tot de hoven en de rechtbanken of nog langer zoals een advocaat de taak van een advocaat uitoefenen op straffe van een dwangsom van 100.000 BEF per inbreuk.
Ik wil eraan toevoegen dat hier enige vragen kunnen gesteld worden bij het probleem of de Orde van Advocaten wel kon optreden als beroepsvereniging met rechtspersoonlijkheid in de zin van de wet handelspraktijken en bescherming van de consument, maar dat deze vraag niet aan de orde is gekomen in bedoeld geding (zie terzake voor en tegen
STUYCK, J., De vordering tot staking in : J. Stuyck Editor, Handelspraktijken anno 1996, pag. 239, noot 32, en ook in de lopende tekst waar het probleem wordt besproken maar niet t.a.v. de Orde van Advocaten). Dit vonnis is ondertussen gepubliceerd in het Algemeen Juridisch Tijdschrift (Kh. Antwerpen, 9/10/1997, A.J.T., 1997-98-581).
7. De betrokken advocaat kan eventueel dagvaarden in kort geding in afgifte van de dossiers onder verbeurte van een dwangsom ; vermits de zaakwaarnemer hier als lasthebber is opgetreden en de lastgeving ad nutum opzegbaar is moet hij ook de stukken terug bezorgen (PAULUS & BOES, Lastgeving, A.P.R., nr. 170 ; zie ook LAMINE, Het retentierecht, 2de editie, nr 186-187, die voor een retentierecht voor de lastgever pleit weliswaar tegen de rechtspraak en de rechtsleer in).
8. Daarnaast bestaat er vanzelfsprekend een actie ten gronde voor de bedrogen cliënt, die een afrekening kan vragen, vermits de afrekening één van de allereerste verplichtingen is en de aller essentieelste die een lasthebber kan hebben.
9. Tenslotte zou strafklacht kunnen worden neergelegd, doch vermits dit meestal overdreven vertragend werkt, is dit niet aan te raden althans zeker niet in het begin van een procedure.
Burgerlijke procedures kunnen meer effect hebben.
10. Er zou kunnen aan gedacht worden dat de Orde of meerdere Ordes aan de kant van de klagende partij optreden in verband met het onwettig uitoefenen van het beroep van advocaat of het inbreuk plegen op de prerogatieven van dat beroep.
Ik houd mij ter beschikking voor eventuele verdere vragen of opmerkingen.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie