Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 317
Geen absolute regel dat een advocaat de belangen van een gerechtsdeskundige in diens privaat geschil niet zou mogen behartigen wanneer diezelfde advocaat ook de raadsman is van een partij in een zaak waarin de gerechtsdeskundige is belast met een deskundigenopdracht – transparantie is in bepaalde gevallen aan te raden, doch geval per geval te bekijken.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
U stelt de vraag of een advocaat de raadsman kan zijn van een architect die vaak voor de eigen rechtbank als gerechtsdeskundige wordt aangesteld, terwijl diezelfde advocaat als raadsman van partijen optreedt in een dossier waarin deze architect als gerechtsdeskundige wordt aangesteld.
Advies
Over deze vraag werd reeds een advies verleend, dat gepubliceerd is onder het nummer 161.
Het advies nummer 161 was een advies in een concreet dossier. U zult kunnen lezen dat voorzitter STEVENS toen oordeelde dat er in dit dossier geen reden was om de advocaat van de zaak te onttrekken, omdat hij ook de raadsman was van de gerechtsdeskundige die in de zaak was aangesteld.
Terecht werpt u op dat de vraag twee zijden heeft. Er is de vraag of een advocaat kan aanvaarden de raadsman te worden van een deskundige, die als gerechtsdeskundige is aangesteld in een zaak waarin dezelfde advocaat de raadsman is van een van de partijen en er is anderzijds de vraag of een deskundige, die als gerechtsdeskundige wordt aangesteld in een zaak waarin een van de partijen is bijgestaan door zijn eigen advocaat, de expertiseopdracht kan of mag aanvaarden.
Ons interesseert enkel de vraag over de houding die de advocaat dient aan te nemen.
Er bestaat geen absolute regel dat een advocaat de belangen van een gerechtsdeskundige in diens privaat geschil niet zou mogen behartigen, wanneer diezelfde advocaat ook de raadsman is van een partij in een zaak waarin de gerechtsdeskundige is belast met een deskundigenopdracht.
De advocaat dient onafhankelijk te zijn, ook ten aanzien van zijn eigen cliënt. Men kan evenwel niet a priori stellen dat het feit dat de cliënt ook gerechtsdeskundige is en het feit dat hij is aangesteld in een zaak waarin de advocaat de belangen van een partij behartigt, de onafhankelijkheid van de advocaat in het gedrang brengt. Het is zelfs weinig waarschijnlijk dat de advocaat zich ten aanzien van zijn cliënt anders zal gedragen omdat deze cliënt ook gerechtsdeskundige is.
Het tegenovergestelde is wel meer waarschijnlijk, maar ook niet a priori te veronderstellen. Een gerechtsdeskundige kan worden beïnvloed door het feit dat de raadsman van een van de partijen ook zijn raadsman is in een privaat geschil. Dat hij zich daardoor effectief zal laten beïnvloeden, is evenwel lang niet zeker. Dit zal voornamelijk afhangen van de aard van de zaak, van de aard van de relatie tussen de advocaat en de deskundige en van de beroepsernst van de deskundige.
Welke band dan ook tussen de advocaat van een partij en een gerechtsdeskundige kan aanleiding geven tot een gebrek aan onafhankelijkheid van de gerechtsdeskundige en kan zeker aanleiding geven tot een gebrek aan vertrouwen in de onafhankelijkheid van de deskundige in hoofde van de overige partijen. Daarom lijkt mij dat, binnen het kader van het respect voor het beroepsgeheim, enige transparantie hier op zijn plaats is.
Een deskundige die als gerechtsdeskundige wordt aangesteld in een zaak waarin een van de partijen is bijgestaan door de eigen advocaat van de gerechtsdeskundige, dient mijns inziens zijn dienst ofwel te weigeren ofwel minstens de overige partijen in te lichten van dit feit en hen te vragen of zij daartegen geen bezwaar hebben.
Omgekeerd komt het mij voor dat de advocaat, die door een gerechtsdeskundige wordt aangesproken om hem als raadsman bij te staan in een privaat geschil, terwijl hij ook advocaat is van een partij in een zaak waarin de deskundige is aangesteld als gerechtsdeskundige, er goed aan doet om met de gerechtsdeskundige af te spreken dat hij deze partijen inlicht van het feit dat hij meester X als raadsman heeft aangesproken. Deze transparantie bevordert het tegensprekelijk karakter.
Het gaat evenwel te ver om daarvan een regel te maken. Er kunnen omstandigheden zijn, waarbij de aard van de zaak geen transparantie toelaat. De advocaat en de gerechtsdeskundige zullen in eerste instantie elk van hun kant hun houding in eer en geweten moeten beoordelen.
U zult vaststellen dat dit advies genuanceerd is en dat er geen absolute regels zijn. Hetzelfde geldt overigens voor een advocaat die de belangen van een rechter dient te behartigen in een privaat geschil van de rechter.
Veel zal afhangen van de concrete context en in sommige gevallen zelfs van de persoonlijkheid van de betrokkenen. Ook hier zal de stafhouder zijn belangrijke rol moeten vervullen na grondige kennisname van het dossier, na het horen van de betrokkenen en met respect voor de principes van onafhankelijkheid, beroepsgeheim en vrije keuze van de advocaat.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie