Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 304
Advocaat X als partij in echtscheidingsprocedure – weigering ereloonsaldo te betalen – zijn raadsman Y wil hem dagvaarden in betaling - mr. X wil tegenvordering instellen – artikel 13 reglement confraterniteit - geen toelating van stafhouder nodig bij tegenvordering.
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Mr. Y behartigde de belangen van mr. X in zijn echtscheidingsprocedure.
Op een bepaald ogenblik ontstond een conflict tussen beiden m.b.t. de door mr. Y gevraagde erelonen. De taxatiecommissie heeft in deze betwisting een advies verleend.
Omdat mr. X weigert het ereloonsaldo van 3.873,67 euro te betalen, wil mr. Y hem dagvaarden in betaling.
Mr. X kondigde aan dat hij in het kader van deze procedure een tegeneis zal stellen ten bedrage van 25.000 euro provisioneel.
De stafhouder vraagt of hij mr. X toelating mag geven om die tegenvordering te stellen?
Advies
Overeenkomstig artikel 13 van het reglement betreffende de aan procedures verbonden regels van de confraterniteit mag een advocaat “in zijn hoedanigheid van advocaat” geen rechtsvordering "inleiden" zonder toelating van zijn stafhouder.
Gezien mr. X in casu optreedt als partij en niet in zijn hoedanigheid van advocaat, dient mr. X geen toelating te vragen en kan de stafhouder hem a fortiori deze toelating niet weigeren.
Overigens gaat de zaak hier niet om het inleiden van een rechtsvordering, maar wel om het stellen van een tegenvordering, zodat ook op grond daarvan artikel 13 van het reglement niet van toepassing is.
In een commentaar bij het reglement kan u lezen:
“De toelating geldt enkel voor de advocaat die “in zijn hoedanigheid van advocaat” tegen een confrater een rechtsvordering wil inleiden, een strafklacht wil indienen of een gerechtelijke bewarende maatregelen wil nemen. De advocaat die als partij een procedure wil starten tegen een andere advocaat valt niet onder de verplichting de toelating te vragen. Een andere, ongeschreven regel stelt evenwel dat het niet passend is dat een advocaat persoonlijk zijn eigen belangen verdedigt voor een rechtbank. Een advocaat moet zich laten bijstaan door een andere advocaat. Deze laatste valt wel onder de regel van artikel 13 van het reglement.”
(P. DE JAEGERE, “Commentaar bij het reglement betreffende de aan procedures verbonden regels van confraterniteit”, Ad Rem, Brugge, die Keure, 2007, nr. 2, 24 – 29.)
Indien mr. X een tegenvordering wenst in te stellen, dan zal hij daarvoor een advocaat moeten nemen. Hij zal overigens reeds deze advocaat moeten nemen om zijn belangen als verweerder te behartigen. Deze advocaat zal echter evenmin toelating moeten vragen aan zijn stafhouder om de tegenvordering in te stellen, gezien een tegenvordering niet valt onder de regel van artikel 13, die betrekking heeft op het "inleiden" van een procedure.
De diepere reden voor de regel van artikel 13 ligt immers in het feit dat moet worden vermeden dat een advocaat als rechtzoekende voor de rechter moet verschijnen. Indien een advocaat zelf als eisende partij overgaat tot dagvaarding, dan verschijnt hij reeds voor de rechter en zal een eventuele tegenvordering tegen deze advocaat daaraan niets veranderen. De ratio die aan de basis ligt van artikel 13 is hier dus niet aanwezig.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie