Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 293
Algemene voorwaarden
Vraag
In de algemene voorwaarden van een advocatenkantoor staat het volgende te lezen:
Wellicht zullen anderen u bij de aanvang van de procedure deze fundamentele informatie onthouden en/of vaag zijn over de te voorziene kosten, met dezelfde professionaliteit waarmee wij uw belangen zullen behartigen zullen en met dezelfde vastberadenheid waarmee wij het juridisch gevecht voor u zullen leveren hebben wij eraan gehouden u ook objectief voorafgaandelijk correct te informeren.
De stafhouder stelt de vraag of het advocatenkantoor zich met deze alinea in de algemene voorwaarden niet bezondigt aan "deloyale praktijken".
Advies
Er is niets op tegen dat een advocatenkantoor algemene voorwaarden voorlegt aan de nieuwe cliënten en verzoekt deze voor akkoord te ondertekenen.
In de voorliggende algemene voorwaarden wordt vooral veel algemene informatie verstrekt en het advocatenkantoor is blijkbaar van oordeel dat men daarmee bij het cliënteel zal scoren. Het advocatenkantoor zet dit extra in de verf door zich in het algemeen te vergelijken met "anderen" die dezelfde informatie niet zouden geven, of zelfs de cliënten zouden "onthouden".
Ingevolge de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen, is het ook voor advocaten niet verboden vergelijkende reclame te voeren, reden waarom het verbod op vergelijkende reclame in het reglement inzake de publiciteit werd geschrapt.
Artikel 6 van de wet vermeldt uitdrukkelijk onder welke voorwaarden vergelijkende reclame geoorloofd is.
Zo stelt de wet dat de vergelijkende reclame betrekking moet hebben op goederen of diensten die in dezelfde behoeften voorzien of voor hetzelfde doel zijn bestemd en dat deze vergelijkende reclame betrekking heeft op een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van deze goederen en diensten, waartoe ook de prijs kan behoren die op objectieve wijze met elkaar worden vergeleken (artikel 6, §2, 3°)
De algemene bewoordingen waarin voormelde passage uit de algemene voorwaarden zijn gesteld, voldoen mijns inziens niet aan de voorwaarde dat de vergelijkende reclame controleerbaar moet zijn en dat bepaalde diensten op een objectieve wijze met elkaar moeten worden vergeleken. Het gaat hier om een subjectieve en niet controleerbare vergelijking.
Verder stelt artikel 6, §2, 5° dat vergelijkende reclame enkel geoorloofd is op voorwaarde dat reclame niet de goede naam schaadt van of zich niet kleinerend uitlaat over de merken, namen, andere onderscheidende kenmerken, goederen, diensten, activiteiten of omstandigheden van een concurrent.
De bewuste passage in de algemene voorwaarden schaadt mijns inziens de goede naam van de advocaten in het algemeen, die in de passage worden betiteld als "anderen". In algemene termen stellen dat andere advocaten hun cliënten essentiële informatie omtrent o.m. de kostprijs van de procedure onthouden, schendt de goede naam van die andere advocaten.
De bewuste passage is dienvolgens mijns inziens reeds uit het hoofde van de wet van 2 augustus 2002 ongeoorloofde vergelijkende reclame.
Ook vanuit deontologisch oogpunt getuigt het niet van kiesheid en van loyaliteit ten aanzien van de beroepsgroep om in algemene bewoordingen te suggereren dat andere advocaten bij de aanvang van een procedure fundamentele informatie onthouden aan de cliënt.
Voor de volledigheid wil ik eraan toevoegen dat ik heb opgemerkt dat in de algemene voorwaarden uitdrukkelijk is vermeld dat de opgegeven uurtarieven minimumtarieven zijn. Afgezien van het feit dat ook dit wellicht strijdig is met andere bepalingen van voormelde wet van 2 augustus 2002, is dit ook strijdig met artikel 6, §2 van het reglement inzake de publiciteit, dat stelt dat het niet is toegestaan in publiciteit enkel te verwijzen naar basis- of minimumprijzen.
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie