Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologisch advies Advies 254
Vertrouwelijkheid van onderhandelingen - dreiging met gerechtelijke procedures en het inlichten van de pers.
Dominique Dombret
Vraag
Tijdens beweerde vertrouwelijke onderhandelingen tussen partijen in aanwezigheid van de advocaat van één partij doet een partij een voorstel tot regeling van het geschil. Daags nadien deelt de advocaat van de tegenpartij mee dat het voorstel wordt verworpen en dat er aanzienlijk hogere eisen worden gesteld. Tevens dreigt de advocaat met gerechtelijke procedures en met het inlichten van de pers. Dit laatste heeft de advocaat weldegelijk gedaan.
Advies
1. Vertrouwelijk karakter van de zaak
Er wordt beweerd dat partij X in een vergadering gevraagd zou hebben de zaak vertrouwelijk te houden. Of de advocaat zich ook zou geëngageerd hebben om de zaak vertrouwelijk te houden wordt er niet bij vermeld.
De belofte om een zaak vertrouwelijk te houden, hangt meestal samen met het bereiken van een minnelijke regeling.
Gezien er in casu enkel een voorstel werd gedaan, maar geen regeling tot stand kwam, lijkt het onwaarschijnlijk dat de advocaat zich ertoe zou geëngageerd hebben de zaak vertrouwelijk te houden.
Het is een advocaat in het algemeen niet verboden om met een zaak naar de media te stappen.1
Indien de advocaat er zich niet toe verbonden had de zaak niet naar buiten te brengen, dan is het feit op zich dat hij de zaak in de media brengt niet laakbaar. De wijze waarop dit gebeurde moet onderzocht worden vanuit de bepalingen van artikel 3 van voormeld reglement (cfr. infra).
2. Schending van de vertrouwelijkheid van de onderhandelingen
Indien partijen in aanwezigheid van een of meer advocaten vertrouwelijke onderhandelingen voeren, dan dient de advocaat het vertrouwelijk karakter van deze onderhandelingen te bewaren, ook indien een van de partijen niet werd bijgestaan door een raadsman.
J. STEVENS schrijft in dit verband :
De feiten en stukken waarvan een advocaat tijdens een verzoeningsgesprek kennis krijgt van een niet bijgestane partij zal hij als vertrouwelijk beschouwen.
Deze regel moet worden genuanceerd. Het kan zijn dat bepaalde besprekingen of onderhandelingen een niet vertrouwelijk karakter hebben. De advocaat die onderhandelt met een niet bijgestane tegenpartij doet er goed aan om van meet af aan het al dan niet vertrouwelijk karakter van deze bespreking te benadrukken. In geval van twijfel lijkt mij dat er moet worden vanuit gegaan dat de onderhandelingen een vertrouwelijk karakter hadden.
Indien de advocaat bepaalde gezegden, toegevingen of voorstellen van de tegenpartij, die als vertrouwelijk moeten worden bestempeld, nadien naar buiten heeft gebracht, dan heeft hij deze vertrouwelijkheid geschonden.
3. Kan een advocaat dreigen met gerechtelijke procedures en het inlichten van de pers?
In dit verband kan verwezen worden naar advies nr. 181 van het departement deontologie.
In het algemeen kan worden gesteld dat hetgeen een advocaat mag en kan doen, door hem ook mag worden aangekondigd. Zo kan een advocaat aankondigen dat hij bij gebreke van minnelijke regeling zal procederen of klacht zal neerleggen.
Gezien een advocaat krachtens het reglement inzake advocaat en media publieke mededelingen kan doen over zaken waarin hij optreedt als raadsman, lijkt het a priori niet verboden om vooraf in briefwisseling of in een gesprek als advocaat aan te kondigen dat men van plan is om een zaak via de media naar buiten te brengen.
De advocaat die dreigt om met een zaak naar de media te stappen louter en alleen om druk uit te oefenen en dit ten einde een resultaat te bereiken, waarvan hij weet dat de kans klein is dat hij hetzelfde resultaat via een procedure zou bereiken, handelt evenwel in strijd met de basisbeginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep ten grondslag liggen.
In dit verband dient ook gewezen te worden op de artikelen 3.1 tot 3.5 van het reglement inzake advocaat en media.
Uit de lezing van deze artikelen volgt dat het de advocaat weliswaar toegestaan is om publieke mededeling te doen in zaken waarin hij optreedt als raadsman, maar dat deze toelating onderworpen is aan tal van beperkingen zoals :
- naleving van beroepsgeheim en confidentialiteit (artikel 3.1)
- toestemming van zijn cliënt (artikel 3.2)
- het dienen van een rechtvaardige zaak (artikel 3.3) - inachtneming van het vermoeden van onschuld (artikel 3.4)
- inachtneming van de rechten van verdediging van verdachte, slachtoffer en derden (artikel 3.4)
- inachtneming van het privé-leven van verdachte, slachtoffer en derden (artikel 3.4)
- eerbiediging van de principes van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid (artikel 3.4, samen gelezen met artikel 1.2)
- zijn tussenkomsten dienen zorgvuldig te zijn, ook met betrekking tot de gerechtvaardigde belangen van derden (artikel 3.5)
- zijn tussenkomsten dienen niet onnodig grievend te zijn (artikel 3.5)
- zijn tussenkomsten dienen te geschieden met middelen die niet sluiks of anoniem zijn en die rechtens geoorloofd zijn (artikel 3.5)
Hoewel de precieze details van deze zaak onvoldoende bekend zijn, lijkt het niet onmogelijk dat een aantal van bovenstaande regels hier werden geschonden.
In elk geval laten deze regels de stafhouder toe om in elk geval afzonderlijk te onderzoeken of een advocaat die dreigt met het publiek maken van een zaak het voorwerp kan uitmaken van tuchtrechtelijke vervolging
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie
1 Zie reglement Orde van Vlaamse Balies van 4 juni 2003 inzake advocaat en media.