Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 253
Meedelen van het medisch deskundigenverslag of de inhoud van een strafregister aan de rechtsbijstandverzekeraar of aan de verzekeringsbemiddelaar
Dominique Dombret
Merve Köse
Vraag
Mag in het kader van de rechtsbijstand de advocaat het medisch deskundigenverslag of de inhoud van een strafregister meedelen aan de rechtsbijstandverzekeraar of aan de verzekeringsbemiddelaar?
Advies
In de eerste plaats dient het belang van het beroepsgeheim onderstreept te worden. De advocaat moet traditioneel alles wat hij verneemt in de uitoefening van zijn beroep geheim houden.
Anderzijds kan een advocaat zijn beroep niet uitoefenen en de belangen van zijn cliënt niet terdege verdedigen zonder bepaalde gegevens die principieel onder het beroepsgeheim vallen te onthullen, bijvoorbeeld in briefwisseling met de tegenpartij, tijdens onderhandelingen, in conclusies of in een pleidooi.
Deze paradox wordt door verschillende auteurs beschreven, maar geen enkele auteur geeft een concrete richtlijn over wat wel en wat niet mag worden onthuld.1
De advocaat zelf moet oordelen welke gegevens hij zal onthullen en waar, hoe en aan wie hij dat zal doen. Hij zal zich daarbij laten leiden door de regels van behoorlijke beroepsuitoefening, waarin begrepen de deontologische regels.
J. STEVENS voegt daaraan toe dat de advocaat zorgvuldig moet nagaan of hij van zijn cliënt mandaat heeft ontvangen om van bepaalde confidenties of geheimen publiek gebruik te maken, bijvoorbeeld in een proces. Immers niet alles wat een cliënt zijn advocaat toevertrouwt is voor publicatie bestemd.
Dat een advocaat mandaat heeft om bepaalde zaken publiek te maken binnen een bepaalde context is een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde. De advocaat kan niet ontslagen worden van zijn beroepsgeheim door zijn cliënt en hij blijft verantwoordelijk voor het gebruik dat hij maakt van wat hij verneemt of vaststelt in de uitvoering van zijn opdracht.
Wat de rechtsbijstandverzekeraar betreft, gelden bovenstaande principes onverminderd.
De rechtsbijstandverzekeraar heeft een contract met de cliënt van de advocaat, op basis waarvan de kosten en het ereloon van de advocaat geheel of gedeeltelijk zullen worden betaald door de rechtsbijstandverzekeraar.
In het kader van de uitvoering te goeder trouw van de verzekeringsovereenkomst lijkt het niet abnormaal dat de verzekeraar geïnformeerd wenst te worden over de loop van de procedure. De advocaat, die door zijn cliënt gemandateerd is om aan de verzekeringsmaatschappij informatie te verschaffen, zal geval per geval dienen te oordelen welke gegevens hij overmaakt aan de verzekeraar en welke niet. Zelfs indien de cliënt zich hiertegen niet uitdrukkelijk verzet, zal de advocaat hierbij niet nodeloos de privacy van de cliënt schaden.
De vraag of de advocaat aan de rechtsbijstandverzekeraar een medisch deskundigenverslag of de inhoud van een strafregister kan meedelen zal eveneens geval per geval moeten worden beoordeeld.
In elk concreet geval zal in eerste instantie moeten worden nagegaan of de vraag van de verzekeringsmaatschappij gewettigd is en grondslag vindt in de uitvoering te goeder trouw van de verzekeringsovereenkomst, vervolgens of de cliënt zich niet verzet tegen de mededeling en tenslotte zal de advocaat als behartiger van de belangen van zijn cliënt oordelen of hij al dan niet deze belangen schaadt door de informatie mee te delen.
De vraag om een verzekeringsbemiddelaar te informeren lijkt veel minder vanzelfsprekend. Op het eerste gezicht lijkt een verzekeringsbemiddelaar, in tegenstelling met de rechtsbijstandverzekeraar, geen recht op informatie te hebben.
In sommige gevallen is een verzekeringsbemiddelaar een vertrouwenspersoon van de cliënt en kan het gewettigd zijn om, mits toestemming van de cliënt, bepaalde gegevens over te maken aan de verzekeringsbemiddelaar. Ook hier zal de advocaat telkens moeten oordelen of dit in het belang is van zijn cliënt en zal hij, zelfs indien zijn cliënt daartegen geen bezwaar maakt, niet lichtzinnig de informatie verstrekken.
Advies besproken in de commissie deontologie
Philippe De Jaegere
Bestuurder departement deontologie
1 J. STEVENS, Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, tweede editie 1997, nr. 817; P. LAMBERT, Secret professionel, Bruylant, 2004, p. 213, nr. 282.