Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 241
Vermelding op website plaatsvervangend magistraat (reglement publiciteit)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
De voorzitter bespreekt de vraag of advocaten op hun website melding mogen maken
van het feit dat zij plaatsvervangend magistraat zijn.
Zoals geweten is het reglement publiciteit op 4 juni 2003 aangenomen door de algemene vergadering zoals het bestond onder het regime van de VVB, doch met een wijziging in artikel 7, waar werd toegevoegd "behalve in personalia en in curriculum vitae" is het de advocaat niet toegelaten in publiciteit melding te maken van de door hem in het verleden of thans beklede ambten in de rechterlijke macht en uitgeoefende politieke mandaten.
De woorden "behalve in personalia en in curriculum vitae" zijn een wijziging die aan het reglement is aangebracht na bespreking in de algemene vergadering.
Nu blijkt dat advocaten op hun websites een curriculum vitae opnemen en daar wel de vermeldingen i.v.m. hun plaatsvervangend-magistraat-zijn of i.v.m. hun politieke mandaten opnemen.
Stafhouder Verstraete heeft een onderzoek gedaan naar de wet Franchimont en ook in de wet i.v.m. plaatsvervangende raadsheren omdat hij dacht dat daar een bepaling zou teruggevonden worden over deze problematiek.
Dat blijkt echter niet het geval te zijn. Wel is in de voorbereidende besprekingen van de wet kritiek uitgeoefend op mogelijke functieverwarring waarbij advocaten hun functie van plaatsvervangend rechter zouden kunnen gebruiken, wat dan een verkeerde indruk zou kunnen geven bij het publiek, bv. door "hun titel van magistraat veleer als een visitekaartje te gebruiken".
Uit deze kritiek is echter geen wetsbepaling gekomen maar er zou wel een instructie bestaan van de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Antwerpen die de advocaten/plaatsvervangende raadsheren aanspoort om met discretie over hun plaatsvervanging te spreken en deze niet te afficheren.
Een stafhouder meent dat wanneer men sprak van een curriculum vitae, eerder gedacht werd aan een curriculum vitae dat advocaten gebruiken bij bv. een postulatie doch niet aan het opnemen van een curriculum vitae in alle mogelijke voor publiciteit geschikte bronnen.
Deze interpretatie lijkt niet adequaat te zijn omdat er ook sprake is van personalia in de nieuwe bepaling van artikel 7, wat een ruimer veld heeft dan enkel een curriculum vitae.
Overigens kan een curriculum vitae ook weergegeven worden in andere documenten dan in een postulatie voor een ambt of functie en kan men moeilijk anders dan als curriculum vitae beschouwen : de gegevens over het leven, de werkzaamheden, de studies, enz. van de advocaat die hij in zijn website als dusdanig afficheert.
Sommigen menen dat men een onderscheid zou moeten maken i.v.m. actief of passief bekend maken en dat dan de website zou moeten worden aangeduid als passief bekend maken, waar het dan wel mogelijk zou zijn.
Het onderscheid actief of passief bekend maken is echter een onderscheid dat niet voorkomt in het nieuw reglement op de publiciteit.
Anderen menen dat de vraag moet gesteld worden voor wie de mededeling bestemd is en of ze individueel of collectief bekend gemaakt wordt, maar ook dat is een onderscheid dat men niet in het reglement op de publiciteit zal vinden.
De voorzitter wijst er bovendien op dat één van de basiskenmerken van het nieuw reglement publiciteit is : dat de drager van de publiciteit (het publicitair middel) helemaal geen belang heeft en dat men dus, wat dat betreft, de allergrootste vrijheid heeft.
Men kan dus hier moeilijk a priori een website uitsluiten op basis van de bepalingen van bedoeld reglement.
Er wordt ook gezegd door anderen dat men niet moet reglementeren met het oog op het uitwieden van elk mogelijk of onmogelijk misbruik van een reglement, zodat de suggestie om het reglement te wijzigen zo kort nadat het is goedgekeurd niet bijzonder verstandig toeschijnt.
Ook wordt er gewezen op gegevens van buitenlandse advocaten, die bv. op hun website kunnen worden gevonden, en die veel uitgebreider en veel meer publicitair zijn dan wat wij in onze curricula vitae en personalia kunnen vinden.
Sommigen menen dat er absoluut niet gedacht werd, destijds toen de regel werd gewijzigd, aan het gebruik van personalia en van een curriculum vitae in een website, doch de voorzitter verwijst de leden naar het verslag van de algemene vergadering van 4 juni 2003 waar bedoeld reglement werd goedgekeurd (pag. 21).
Verschillende sprekers hebben toen gesproken over de c.v. op websites, zodanig dat tijdens de bespreking wel degelijk tot uiting is gekomen tussen voor- en tegenstanders van de wijziging dat men deze gegevens ook op een website zou kunnen terugvinden.
Daaruit moet afgeleid worden dat het gebruik van een curriculum vitae of de vermelding van personalia op de website en het melden aldaar van het feit dat men plaatsvervangend rechter is of dat men politieke ambten heeft of heeft bekleed, niet verboden kan worden onder het bestaande reglement.
Commissie deontologie