Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 220
Briefpapier: medewerker niet-advocaat op briefpapier, niet toegelaten
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Stafhouder X. heeft een briefpapier gesignaleerd waar onderaan staat : "met medewerking van D.A., licentiaat in de rechten". Het betreft blijkbaar de echtgenote van de betrokken advocaat, een eenmanskantoor.
Het gaat om een medewerkende echtgenote in de technische zin met de fiscale gevolgen die daaraan verbonden zijn. Het gaat dus blijkbaar niet om een bediende noch om een zelfstandige.
Betrokken echtgenote zou geen vennoot zijn in de bvba van de advocaat (wat deontologisch onmogelijk is want slechts advocaten kunnen vennoten zijn in een praktijkvennootschap). Zij is ook niet in dienst van de advocaat maar zij is praktijktechnisch een medewerkende echtgenote op fiscaal gebied.
Het is evident dat publiciteit mag gevoerd worden. Maar er is een gevaar voor opbod in dergelijke zaken en bovendien is er een probleem van kiesheid.
Wij hebben reeds eerder gezegd (advies 196) dat een advocaat die de balie verlaten had en die nog werkzaam was bij een advocatenkantoor, niet op het briefpapier van dat kantoor mocht figureren. Bovendien mocht hij geen brieven ondertekenen noch daden verrichten die moeten toegeschreven worden aan een advocaat en die moeten geschieden onder de verantwoordelijkheid van een advocaat en door een advocaat.
Enkel advocaten horen thuis op het briefpapier van een advocaat. Immers enkel de advocaten zijn verantwoordelijk voor hun kantoor, voor hun adviezen, voor hun werking en wanneer men de indruk wenst te geven dat een licentiaat in de rechten bepaalde taken van de advocaat uitvoert of begeleidt, of daarbij bijstand biedt, is dat in zekere mate misleidend. 2 Ofschoon de zaak vanzelfsprekend behoort tot de bevoegdheid van de betrokken stafhouder is de commissie dus niet geporteerd voor deze wijze van werken en meent zij dat ze moet afgekeurd worden om hoger vermelde redenen.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie