Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 218
Aanwending in rechte van correspondentie vanwege/met een Duitse advocaat
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Terecht verwijst U terzake naar de CCBE-gedragscode, welke door de algemene raad der Nationale Orde op 12 oktober 1989 werd bekrachtigd en dus gelijkgeschakeld is met een reglement dat de Belgische advocaten bindt in hun betrekkingen met hun buitenlandse confraters (BRAUN, A., Code de déontologie des avocats de la communauté européenne, J.T., 1989, 469).
In zijn punt 5.3, tot op heden ongewijzigd, zegt de bedoelde CCBE-gedragscode voor de advocaten van de E.U. het volgende :
"5.3.1. De advocaat, die aan een advocaat van een andere lidstaat een mededeling doet toekomen, die hij als "vertrouwelijk" of als "without prejudice" beschouwd wil zien, dient zijn wil daartoe duidelijk bij de verzending van die mededeling te kennen te geven.
5.3.2. Indien het de geadresseerde niet mogelijk is de mededeling als "vertrouwelijk" of "without prejudice" te beschouwen, moet hij haar aan de afzender terugsturen zonder de inhoud ervan bekend te maken."
U heeft mij reeds medegedeeld dat de brief van de Duitse advocaat in kwestie geen vermelding bevat dat hij vertrouwelijk zou zijn. Volgens bedoeld reglement van de CCBE gaat het dus om een officiële brief.
Ik heb navraag gedaan bij de CCBE (de code kan worden opgezocht op de website van deze organisatie zoals ook de lijst van de ratificaties door de diverse landen die behoren tot de CCBE) ; er werd mij gesteld dat de code sedert 2003 volledig is opgenomen in de beroepscode van de Duitse advocaten en daar dus ook als een regel van inwendig deontologisch recht geldt.
Vroeger gold hij enkel als een aanbeveling vanwege de Bundesrechtwaltskammer (BRAK-Mitteilungen, nr 4, december 1989) doch ingevolge een wetswijziging (artikel 59 BRAO van 2 september 1994) kon de code geratificeerd worden in Duitsland.
Daarbij dient nog toegevoegd te worden dat in de Bondsrepubliek geen principiële vertrouwelijksregel geldt voor contacten tussen advocaten.
Par. 21 van de Grundsatze des Anwaltigen Standesrechts stelt dat wanneer er strijdigheid bestaat tussen confraternele consideratie en de belangen van de cliënt, deze laatste de voorrang moet worden gegeven. Ook naar inwendig recht dus van Duitsland geldt geen vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten.
Hieruit kan besloten worden dat de briefwisseling van een Belgisch advocaat met een Duits advocaat in principe officieel is behoudens indien deze een vermelding bevat als aangeduid in de CCBE-code.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie