Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 210

Mogelijkheid deel van zijn beroepsactiviteit uit te oefenen in samenwerkings- of vennootschapsverband - toegelaten



Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Een boekhoudkantoor stelde U de vraag of een advocaat tegelijkertijd baten mag ontvangen als advocaat, dus in de personenbelasting, en inkomsten ontvangen via een burgerlijke vennootschap die de vorm van een bvba heeft aangenomen.

Uw eerste benadering zou een negatief antwoord zijn aangezien de advocaat zijn volledige activiteit kan onderbrengen in een burgerlijke vennootschap, maar, naar uw aanvoelen niet kan, nu eens met toepassing van de vennootschapswet, dan eens met een persoonlijke eenmanszaak dossiers behandelen voor cliënten. Mogelijk zou deze doenwijze ook moeilijk te verenigen zijn met de BTW-reglementering.

Wat het eerste element betreft is het zo dat op dit moment de advocaten niet onderworpen zijn aan de BTW. Er zijn onderhandelingen aan de gang tussen de Orde en de BTW-directie om een stelsel in te voeren waardoor advocaten een eenmalige keuze voor de BTW zouden maken en in dat geval zou, volgens de huidige stand van de onderhandelingen, de volledige activiteit van de betrokken advocaat of van de advocatenvennootschap of associatie waarin hij werkt onderworpen zijn aan de BTW-reglementering.

Zoals gezegd zijn deze onderhandelingen nog niet afgerond en is het dus moeilijk hier op voorhand aan te duiden waar wij zullen geraken. In ieder geval is het zo dat het een facultatief stelsel zou zijn, zodat voorlopig toch nog het perfect mogelijk is, in afwachting van de onderwerping van alle advocaten aan de BTW, niet tot het stelsel van BTW toe te treden.

Wat het tweede aspect betreft, is het zo dat volgens verschillende reglementeringen die thans bestaan, het de advocaten wel degelijk toegelaten is een deel van hun activiteit in een vennootschap in te brengen en een deel van hun advocatenactiviteit daar niet in te brengen.

Zo bestaat bv. de mogelijkheid voor Brusselse advocaten om hun inkomsten als curator buiten de vennootschap waarvan ze deel uitmaken te houden, dit met het oogmerk op het optimaliseren van bepaalde situaties en blijkbaar zijn daar fiscaal geen problemen mee.

Zo bestaat aan de andere kant in Antwerpen reeds geruime tijd de mogelijkheid onder het bestaande samenwerkingsreglement een samenwerking te voeren met behoud van de onderscheiden kantoren in een gezamenlijke beroepsuitoefening al dan niet beperkt tot de praktijk van bepaalde rechtstakken.

Het gaat om de zogenaamde horizontale samenwerking waarbij de leden van de samenwerking gezamenlijk het beroep uitoefenen en op gemeenschappelijk briefpapier verschijnen zonder dat ze evenwel verplicht zijn hun respectieve kantoren ook ruimtelijk samen te brengen ; ze kunnen dus bv. op diverse plaatsen in het arrondissement of daarbuiten gelokaliseerd blijven en toch voor sommige of alle rechtsmateries duurzaam en georganiseerd samenwerken in welk geval ze vallen onder het Antwerps reglement op de samenwerkingsverbanden.

Vermits duidelijk bepaald is dat dit soort van samenwerking al dan niet beperkt is tot de praktijk van bepaalde rechtstakken en wordt samengewerkt voor sommige of voor alle rechtsmateries is het ook denkbaar dat een deel van de activiteit binnen een vennootschap zou worden uitgeoefend terwijl een ander deel van de activiteit van de advocaat buiten dat vennootschapverband zou vallen. Ergo zouden dergelijke advocaten dan ook fiscaal gezien voor een stuk onder de vennootschapsbelasting vallen en voor een stuk onder de personenbelasting wat betreft hun beroepsuitoefening (STEVENS, Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen (1997), nr 685, pag. 502).

Het komt mij niet voor dat er terzake beperkende bepalingen bestaan in de reglementen van andere balies en voor zover dat het geval zou zijn, lijkt mij een dergelijke beperking te moeten stuiten op het redelijkheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel die maken dat bezwaarlijk kan voorgehouden worden, op grond van objectieve en noodzakelijke deontologische beginselen, dat in de ene balie een dergelijke beperking zou kunnen doorgevoerd worden terwijl ze in andere balies niet bestaat.

Vanuit het oogpunt van de concurrentieregels beschouwd zou een dergelijke beperking de rule of reason overschrijden en waarschijnlijk de proportionaliteitstest niet kunnen doorstaan.

Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie


Ook interessant

Advies 719

Meer lezen

Advies 714

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen