Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 201
Gewezen advocaat moet als schuldeiser van erelonen van zijn ex-cliënt in principe het beroepsgeheim eerbiedigen t.o.v. deze ex-cliënt
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Vraag
Het probleem dat U stelt betreft een probleem van opvolging en van beroepsgeheim.
- Advocaat A van de heer X wordt opgevolgd door advocaat B.
A was jarenlang raadsman van de heer X onder meer in correctionele procedures i.v.m. familieverlating en een procedure i.v.m. afschaffing van onderhoudsgeld.
A. zou volgens de heer X het stelt deze geholpen hebben met bepaalde vennootschapsrechtelijke technieken en strategieën, zoals het opnemen van een onbezoldigd vennootschapsmandaat.
Advocaat B doet voor X een procedure van collectieve schuldbemiddeling, waarin advocaat A verschijnt onder de schuldeisers omdat X hem nog ereloon verschuldigd is.
Advocaat A vraagt de herroeping van deze procedure schuldbemiddeling, en zou daarbij gebruik maken van elementen die hij maar kan kennen omdat hij juist de raadsman is geweest van X (organiseren van insolvabiliteit, rijkelijk leven, jaarlijkse reizen, enz.).
Nu vraagt B namens cliënt X dat A zou verplicht worden het verzoekschrift tot herroeping terug te trekken en hem te verbieden de vertrouwelijk bekomen informatie te gebruiken en/of door te spelen aan derden (bv. de ex-echtgenote van X, schuldeiseres van onderhoudsgelden). - Advocaten A en B argumenteren:
Meester A repliceert dat hij geen adviezen heeft verstrekt met betrekking tot "vennootschapsrechterlijke technieken" en dat hij als schuldeiser het recht heeft om een verzoekschrift neer te leggen tot herroeping krachtens artikel 1675/15 paragraaf 1 Ger.W.
Advies
Uw vraag om advies betreft uiteraard in hoofdzaak de kwestie of het beroepsgeheim al dan niet geschonden wordt door de ex-advocaat die zich als schuldeiser opstelt ten aanzien van zijn vroegere cliënt en de gegevens die hij van hem vernomen heeft, mededeelt aan de rechtbank in het kader van een procedure van collectieve schuldenregeling.
De vraag is natuurlijk op welke informatie meester A zich mag baseren om een dergelijk verzoek te motiveren, doch anderzijds is er toch ook de verplichting van de schuldenaar om te goeder trouw te handelen - minstens dat hij niet kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd - (artikel 1675/2 Ger.W.).
Op het vlak van het beroepsgeheim, dat van openbare orde is vermits het strafrechtelijk wordt gesanctioneerd, is er natuurlijk geen uitvlakking mogelijk van de verplichtingen van de advocaat, door de vraag naar de eventuele procedurele goede trouw van de partij die recht heeft op de confidentiële behandeling van de aan haar advocaat verstrekte gegevens.
Het beroepsgeheim moet hier m.a.w. primeren.
Wanneer meester A betwist dat hij vennootschapsrechtelijke technieken heeft aangeraden aan X, lijkt het mij in elk geval zo te zijn dat hij "als gewone schuldeiser" daarover normaal geen informatie kon hebben, d.w.z. dat hij deze info maar zal bezitten omdat hij raadsman is geweest, zoals dat ook zo zal zijn wat betreft de info i.v.m. het rijkelijk leven, jaarlijkse reizen, enz.
Tenzij advocaat A alsnog kan bewijzen dat hij deze informatie buiten zijn relatie met zijn cliënt kan bekomen hebben, gaat het om informatie gedekt door het beroepsgeheim.
Afhankelijk van de weergave daarvan in het verzoekschrift tot herroeping, zal dit in voorkomend geval moeten ingetrokken (resp. gedesavoueerd indien intrekken niet meer mogelijk is) worden.
Verbod tot verder gebruik en/of doorspelen aan derden kan zich dan ook opdringen. U zal daartoe de gebruikte informatie in detail willen nagaan, en deze desgevallend checken met advocaat A in overleg met advocaat B en mogelijk na inzage van hun dossiers.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie