Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 200

Advocaat, houder van het stuk, dat het akkoord van zijn ex-cliënt met een schikking te decreteren voor de rechtbank inhoudt, kan dit mededelen aan zijn ex-tegenstrever

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Het probleem betreft een akkoord tussen raadslieden in correspondentie tot stand gebracht, en dat door de Vrederechter moest opgenomen worden in een vonnis.

De raadsman van partij A had de voorzorg genomen een brief aan haar cliënt met de termen van het akkoord voor akkoord te doen ondertekenen en dateren door haar cliënt.

Op de zitting, waar zij niet verscheen omdat zij haar confrater verzocht had iemand voor haar te laten verschijnen om het akkoord te doen decreteren, verscheen echter haar cliënt A, die prompt het akkoord ontkende.

De Vrederechter oordeelde dat het akkoord niet bewezen was door de enkele briefwisseling tussen de beide advocaten (wat een correct standpunt is) en dat het mandaat ad litem evenmin volstaat om namens de cliënt een akkoord te sluiten (wat ook weer op zichzelf juist is).

De Vrederechter stelt verder vast dat, indien de bevestiging van het akkoord bestaat, deze niet wordt voorgebracht, en dat hij dergelijke bevestiging ook niet hoofdens artikel 877 Ger.W. kan voorleggen in rechte, omdat een advocaat gebonden is tot beroepsgeheim en de cliënt hem hiervan niet kan ontslaan.

Bovendien, zegt de Vrederechter, kan de advocaat voor de rechtbank niet getuigen over feiten waarvan hij als advocaat en in de uitoefening van zijn beroep kennis kreeg (artikel 23 en 25 D.R.H.R. - uitgave 2003).

Nu vraagt de advocaat van de tegenpartij B aan zijn ex-tegenstreefster de advocaat van partij A of zij bereid is hem het ondertekend document mede te delen.

Kan de advocaat, die ondertussen niet meer de raadsman is van haar cliënt, het akkoord alsnog mededelen aan haar voormalige tegenstrever ?

In principe is het natuurlijk zo dat de advocaat van partij B de bevestiging had kunnen vragen aan zijn confrater, advocaat van partij A, dat het akkoord wel degelijk was onderschreven door de partij zelf. Mogelijk is die bevestiging ook wel mondeling gegeven. Dat weet ik niet.

Ik meen echter dat de Vrederechter een vergissing maakt waar hij stelt dat deze kwestie het beroepsgeheim van de advocaat van partij A aangaat en dat de cliënt haar daarvan niet kan ontslaan.

Wanneer een advocaat met het oog op het sluiten van een akkoord en het decreteren van dat akkoord in rechte, zijn cliënt de termen van het akkoord laat ondertekenen, dan laat hij eigenlijk een stuk ondertekenen dat voor de procedure is bestemd. Met name voor het geval de rechtbank of de tegenstrever zou vragen naar de machtiging om een akkoord te sluiten en te doen decreteren.

Inderdaad heeft de Vrederechter terecht opgemerkt dat het mandaat ad litem daartoe niet volstaat.

Wij moeten dus in eerste instantie vaststellen dat hier een stuk is gemaakt dat bedoeld was om gebruikt te worden voor de rechtbank of minstens voor kennisgeving aan de confrater.

Dat dit (alsnog) niet geschied was, doet niets af van de aard van het stuk. Het was een stuk dat de roeping had een officiële bestemming te krijgen.

Men kan er dus aan twijfelen dat dit stuk zou behoren tot het beroepsgeheim van de advocaat omdat het juist voor een niet geheim gebruik bestemd was.

Bovendien is het zo dat hoewel een advocaat niet kan getuigen over feiten voor de rechtbank waarvan hij als advocaat en in de uitoefening van zijn beroep heeft kennis genomen, hij wel het recht heeft zijn beroepsgeheim te doorbreken, zonder daartoe een getuige te moeten worden, telkens wanneer hij op zijn eigen verantwoordelijkheid aangesproken wordt en zich moet verdedigen tegen aantijgingen, van strafrechtelijke, burgerlijkrechtelijke of tuchtrechtelijke aard.

De tegenpartij en de tegenstrever van de raadsman van partij A zouden kunnen voorhouden dat er een burgerlijke of minstens een tuchtrechtelijke fout gepleegd is door deze advocaat omdat de indruk zou gegeven zijn van een mandaat dat in werkelijkheid niet bestond, en daarop moet de advocaat van partij A zich kunnen verdedigen.

Haar verdediging kan en moet bestaan in mededeling van het stuk aan de advocaat van partij B dat speciaal om de volmacht te bewijzen is opgemaakt.

Het geldt een eenvoudige toepassing van een regel dat een advocaat die wordt aangevallen, desnoods zijn beroepsgeheim mag doorbreken om aan te tonen dat hijzelf niet foutief gehandeld heeft.

Het recht van de verdediging gaat hier boven de plicht tot geheimhouding (Cass., 23 december 1998, J.L.M.B., 1999-61/84; STEVENS, J., Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, 697, nr 820).

Er mag bovendien onderstreept worden dat het hier niet gaat om een vertrouwelijk stuk doch om een stuk dat een procedurele roeping had, minstens een roeping van bewijsdocument tegenover de tegenstrever.

Ik meen dus dat de mededeling van het stuk aan de advocaat van de tegenpartij terzake geen bezwaren oproept, ook niet indien de advocaat in kwestie niet meer de raadsman is van partij A.

Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 720

Meer lezen

Advies 715

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen