vrijdag 21 juni 2024
Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 191
Oud-confrater - geen deontologische regels van confraterniteit en solidariteit ten zijnen behoeve
Dominique Dombret
Jurist deontologie
Merve Köse
Jurist deontologie
- Een confrater die de balie verlaten heeft, stelt de vraag of en in welke mate hij een recht tot toegang en kopiename zou kunnen hebben van geschreven adviezen, memoranda, conclusies, ontwerpovereenkomsten, ontwerpen van vennootschapsdocumenten, enz., die de vrucht zijn van zijn arbeid en studie op zijn voormalig advocatenkantoor. Hij zou graag een kopie van al deze ontwerpen hebben voor zijn persoonlijke documentatie.
De betrokkene vraagt zich af of hij een beroep zou kunnen doen op de oude traditie van solidariteit tussen confraters die o.m. inhoudt dat confraters elkaar zonder vergoeding helpen en bv. gegevens, ontwerpen van dagvaarding en conclusies uitwisselen.
Hij vraagt zich ook af of hij zich in de gegeven omstandigheden kan steunen op de bepalingen van de auteurswet van 30 juni 1994, meer bepaald op artikelen 1 tot 6 en artikel 8, § 1 van de wet om het recht tot toegang tot zijn werk en kopiename op te eisen.
Hij vraagt zich tenslotte af of zou kunnen verwezen worden naar een "eventueel niet geschreven deontologische norm".
- Het komt mij voor dat de balie terzake geen standpunt heeft in te nemen in verband met de bepalingen van de auteurswet.
De noodzakelijke onpartijdigheid waarvan de stafhouder blijk moet geven, verhindert dat hij tot een adviesorgaan zou uitgroeien om advocaten of ex-advocaten te adviseren over hun rechten en plichten voor zover deze niet van deontologische aard zijn.
De betrokkene moet dus voor een advies desbetreffend zich wenden tot een door hem gekozen raadsman en kan daarvoor m.i. niet bij de stafhouder terecht.
- Wat nu betreft de deontologische kant van de zaak meen ik dat er geen enkele regel bestaat die een kantoor van advocaten kan verplichten kopieën te bezorgen van adviezen e.d. die een voormalig medewerker in dossiers (naar ik aanneem van dat kantoor) heeft gepresteerd.
Wanneer de betrokkene verwijst naar de oude deontologische regel van solidariteit tussen confraters, is het vooreerst reeds evident dat deze regel op hem niet meer van toepassing kan zijn vermits hij geen advocaat meer is maar bovendien gaat het om een regel die niet als deontologische plicht werd gezien noch kan omschreven worden, doch als een blijk van confraterniteit, van goede omgangsvormen tussen advocaten.
Ik heb in "Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen", 2de ed., nr 979, deze solidariteit beschreven als : "Het is een oude traditie dat advocaten elkaar behulpzaam zijn en bijvoorbeeld gegevens, ontwerpen van dagvaardingen of conclusies, bekomen gerechtelijke uitspraken, uitwisselen, die de andere advocaat behulpzaam kunnen zijn in een gelijkaardige zaak".
Uit de wijze waarop ik de traditie heb beschreven - en ik vrees dat deze traditie enigszins verloren is aan het gaan - blijkt dat het geenszins om een deontologische plicht gaat, maar wel om een goede gewoonte van confraterniteit zonder meer.
- Voor het overige, zoals reeds gezegd, ken ik in casu geen al dan niet geschreven deontologische norm waarnaar zou kunnen verwezen worden.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie
Download
Ook interessant
Advies 716
Meer lezen
Advies 703
Meer lezen