Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 190
Publiciteit - verbod van het gebruik van het woord "specialist"
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Als antwoord op uw vraag zend ik U hierbij kopie van het advies nr 99 "Gebruik op het briefpapier van de vermelding ''specialist", misleidend en verwarrend - derhalve verboden", zijnde een advies van de commissie deontologie, departement deontologie, van wat doen toen nog de Vereniging van Vlaamse Balies was.
Ik meen dat dit advies duidelijk is.
Ik meen tevens dat er in het algemeen in de Vlaamse balies ook naar geleefd wordt.
Het is dus helemaal niet verboden onder de naam van de advocaat "grondwettelijk en administratief recht" of "droit constitutionel et administratif" te vermelden als de materie waar de advocaat in kwestie zich mee bezig houdt en wanneer hij zijn deskundigheid in dat gebied op grond van de door hem verworven kennis en/of ervaring aannemelijk kan maken (wat ik in het geval van de betrokken advocaten wel geneigd ben te aanvaarden, maar het is niet mijn bevoegdheid om daarover te oordelen).
Enkel het gebruik van het woord "specialist" is verboden om de eenvoudige reden dat het tot verwarring kan leiden omdat er in België geen erkende specialisten zijn inzake juridische materies, wat wel bestaat voor andere beroepen zoals geneesheren.
U weet zonder twijfel dat er zowel in de schoot van de Nationale Orde als in de schoot van de Vereniging van Vlaamse Balies, later Orde van Vlaamse Balies diverse malen discussies zijn gevoerd om na te gaan of het nuttig zou zijn specialismen in het leven te roepen en onder welke voorwaarden dat dan wel zou moeten geschieden.
Klassiek hebben de tegenstanders van een dergelijk systeem gewezen op het ontbreken van specialisatie op universitair vlak en op de moeilijkheid om buiten een erkend examensysteem specialisaties te erkennen.
De voorstanders van het invoeren van de specialisatie waren bovendien verdeeld in twee kampen, enerzijds waren er die vonden dat een specialisatie moest toegekend worden zonder verder onderzoek en op eigen risico van de betrokken advocaten en anderzijds waren er die daarvoor een onderzoek en/of examens door de balie betreffende de merites van de would be specialisten voorstonden.
De onverzoenlijke tegenstrijdigheid in de opvatting van deze drie groepen heeft er steeds toe geleid dat er geen reglement tot stand is kunnen komen. Ik moet daaraan toevoegen dat de behoefte aan vermelding van specialiteiten meestal niet erg gevoeld werd en dat er in balies zoals Charleroi, waar het van oudsher toegelaten was (door een eigen reglement van deze balie) om zich specialist te noemen na een onderzoek door de plaatselijke balie, zeer weinig specialisten (3 of 4) zijn die dus aldus op hun briefpapier wilden verschijnen.
De grote advocatenkantoren hebben steeds geweigerd specialismen aan te duiden, uit praktische overwegingen, en bovendien omdat zij ervan uit gaan dat eens men in een bepaalde cel met een gespecialiseerde arbeid zit in een dergelijk kantoor men specialist in die materie is, m.a.w. volgens deze opvatting zijn alle advocaten in grote kantoren specialisten zonder dat dat op één of andere manier moet vermeld worden omdat dit vanzelf spreekt.
Wat er ook van zij de OBFG heeft een reglement desbetreffend aangenomen maar na een bespreking in de commissie deontologie is beslist daarin niet te volgen omdat de volledige beoordelingsbevoegdheid (alhoewel in een beroep is voorzien) berust bij de plaatselijke balie en er dus helemaal geen vaste norm is gelijk voor alle balies aangesloten bij de OBFG, waarmee men het specialisme zou beoordelen.
Dat is ook de reden waarom er in het reglement op de publiciteit gekozen is niet voor de term van specialist maar voor de term van deskundigheid en voor de mogelijkheid van dergelijke deskundigheid kennis te geven in publicitaire middelen (zoals briefpapier) op grond van de door de advocaat verworven kennis en/of ervaring met het vereiste dat deze ook aannemelijk moet gemaakt kunnen worden t.o.v. de overheden van de orde.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie