Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 182
Vraag dat tegenstrever zich zou deporteren uit dossier - geen aanleiding indien advocaat slechts als advocaat optrad voor partijen met dezelfde belangen en geen confidenties van tegenpartij ontving
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Het probleem is dat de cliënten van Mr. A. wensen dat Mr. B. zich uit het dossier zou deporteren, op volgende gronden:
"Mr. A. heeft hem laten weten dat zijn cliënten met u contact hebben gehad in uw hoedanigheid van juridisch adviseur, verbonden aan het sociaal secretariaat C., en dat betrokkenen vanuit hun positie als directielid van de vzw hun persoonlijke situatie als werknemer van de vzw indirect ter sprake hebben gebracht.
Hun tewerkstelling als directeur bracht immers vragen mee i.v.m. lonen, overuren en mogelijke opzeggingstermijnen.
Vanuit deze gedachte kende betrokkene u als juridisch adviseur in een bediendestatuut, en vertegenwoordigde u in hun optiek het sociaal secretariaat.
Er wordt door Mr. A. gesteld dat er een dualiteit of mogelijkheid tot verwarring bestond tussen de bijstand van het sociaal secretariaat en het optreden van de werkgever.
De stafhouder van A. is op basis daarvan van oordeel dat u verder moeilijk kunt optreden gelet op de mogelijkheid tot verwarring."
Mr. B. geeft daarop een gedetailleerde ontleding van deze vragen met haar brief van 14 maart 2003, en brengt stukken voor waaruit moet blijken dat betrokkenen wisten dat zij advocaat was te B. en dat zij als advocaat van C. ook voor D. optrad.
De regeling die zij onderhandelde met de sociale inspectie onderhandelde zij als advocaat, niet van betrokkenen doch van hun werkgever, nu ze reeds op 1 januari 2000 als advocaat was ingeschreven.
In elk geval blijkt niet, noch wordt dat aannemelijk gemaakt, dat zij vertrouwelijke gegevens ontving van betrokken klagers, of dat zij zich op enig moment heeft voorgedaan als iets anders dan wat zij was, nl. de raadsvrouw van C. en D. en niet van betrokkenen.
Het is dus niet omdat het kaderpersoneel achteraf een rechtszaak voert tegen zijn werkgever, dat de advocaat van deze werkgever zich moet deporteren.
Dat zou maar anders zijn indien werkelijk bewijs voorlag dat de advocaat niet enkel als advocaat van de werkgever doch ook van het kaderpersoneel optrad. Doch dat bewijs ligt hier niet voor.
Het gaat enkel om een aantal onprecieze algemeenheden zoals "hun persoonlijke situatie als werknemer van de vzw indirect ter sprake brengen".
Bovendien is een advocaat geen getuige in de zaak die hij pleit, zodat hij zeker niet uit confidenties die hij zou ontvangen hebben, zou kunnen citeren. Maar het voornaamste is vanzelfsprekend dat er hier geen sprake is van enig bewijs van dergelijke confidenties.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie