Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 176
Optreden in ereloonbetwisting door advocaat die in zelfde zaak eerder een second opinion t.b.v. een derde gaf - advocaat niet als opvolger te beschouwen - geen bezwaar tegen optreden - belang van de cliënt primeert
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Het bezwaar dat geuit wordt door de stafhouder te M. is dat de raadsman van de werkgever thans zou optreden als de raadsman van de weduwe van het slachtoffer in een ereloonbetwisting. Dat vindt hij een mogelijk risico gezien de animositeit die beter zou vermeden worden, temeer omdat een advocaat in M. zelf moeten komen, zoals het gebruik het wil, naar de behandeling van zijn ereloonzaak voor de arbitrale commissie.
De stafhouder duidt aan dat Mr X. reeds toezicht heeft uitgeoefend op het werk van Mr Y. en dat bepaalde uitlatingen blijkbaar in dat verband verkeerd zijn begrepen door zijn cliënt, de werkgever.
Hij bedoelt daarmee het incident dat door Mr Y. is gerelateerd en waarbij de werkgever, de heer V., hem heeft opgebeld om bepaalde opinies, die hij toeschreef aan Mr X., te ventileren.
Mr Y. erkent dat Mr X. niet opgetreden is voor de weduwe van het slachtoffer, doch wel voor de werkgever, die blijkbaar de procedure enigszins gevolgd heeft, en stelt dat Mr X. nu zijn cliënt zou vertegenwoordigen tegen hemzelf na een second opinion weliswaar aan de werkgever en na uitleg gegeven te hebben over het ereloon.
Hij meent dat een advocaat die samen is opgetreden in een dossier, niet achteraf kan optreden in de ereloonbetwisting, omdat dit delicaat is vermits hij bovendien een opinie heeft gegeven over het ereloon.
Terzake zijn de gebruiken aan de balies niet eenvormig en bv. aan de Brusselse balies is de regel afgeschaft dat de opvolgende advocaat in de ereloonbetwisting niet kan optreden.
Er ligt ook een ontwerp voor in de commissie deontologie van de Orde van Vlaamse Balies om deze regel eveneens af te schaffen uit praktische overwegingen en in het belang van de cliënt, met name opdat de cliënt niet verplicht zou worden na een opvolging een tweede advocaat te raadplegen, nl. één voor de opvolging zelf en één voor de mogelijke betwisting i.v.m. de erelonen en eventueel de aansprakelijkheid van de voorganger.
Ik meen dat deze problematiek hier echter zelfs niet ter sprake moet komen omdat Mr X. helemaal niet als opvolger is opgetreden. Hij was raadsman van de werkgever en heeft in die hoedanigheid bepaalde adviezen gegeven en is zeker niet samen opgetreden met Mr Y. ; dat blijkt nergens uit.
De uitleg die hij gegeven heeft over de ereloonstaat aan de werkgever of aan de weduwe, die reden heeft gegeven tot misverstand, kan m.i. geen bezwaar zijn.
Een advocaat zal immers slechts optreden in een ereloonbetwisting wanneer hij een bepaalde opinie heeft over het ereloon en de cliënt daarvan heeft ingelicht.
Ik meen derhalve dat er geen bezwaar bestaat dat Mr X. in dit dossier zou optreden i.v.m. de ereloonbetwisting.
Men moet niet te gemakkelijk een advocaat verplichten zich uit een dossier terug te trekken wanneer dat met name alleen voor de cliënt zelf de zaak maar moeilijker maakt.
De deontologie moet in eerste instantie zijn gericht op het belang van de cliënt en niet op de gevoeligheden van advocaten onderling.
Wanneer, zoals in casu, de stafhouder van de Orde van Advocaten te M. of zijn plaatsvervanger of leden van de raad van de Orde van Advocaten te M. het arbitraal college uitmaken, denk ik dat er weinig vrees is voor ongewenste animositeit.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie