Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 171
Advocaat-stagiair en vrijwillige stage op het parket - protocol met de plaatselijke balie - aandachtspunten voor de balie
Dominique Dombret
Merve Köse
Ik sluit aan bij de voorgaande correspondentie in deze zaak.
Ondertussen ontving het secretariaat van de Orde een telefoon van de Procureur des Konings, over het onderwerp.
Hij vreest dat er een misverstand is over het begrip vrijwillige stage en wil dit verduidelijken. Hij ontving een brief van U, maar niet alle voorafgaande briefwisseling, en wist derhalve niet wat aan Orde van Vlaamse Balies is overgemaakt.
Hij verduidelijkte dat in tegenstelling met de parket-juristen en de gerechtelijke stagiairs diegenen die een vrijwillige stage lopen geen statuut hebben noch verloning. Het gebeurt louter op vrijwillige basis en meestal in het kader van studiestages (tweede licentie rechten). Dergelijke stage is niet geofficialiseerd.
Tussen de betrokkenen en het parket wordt een protocol opgesteld. Dat protocol biedt bepaalde garanties voor de balie en voor het parket. Indien er later een probleem rijst, kan men op dit protocol terugvallen.
De Procureur heeft geen enkele bevoegdheid t.o.v. betrokkene, behoudens dat, indien gewenst, hij aan deze stage steeds een einde kan maken. Ook in Dendermonde zijn zulke vrijwillige stages voor advocaten-stagiairs mogelijk.
Het parket-generaal te Gent heeft ook geen bezwaar tegen vrijwillige stages van advocaten.
Na deze verduidelijking lijkt het mij dat het geval dat U werd geschetst, weinig problemen oplevert.
Het zal volstaan voordat het protocol tussen de betrokkene en het parket wordt getekend na te gaan of dit problemen bevat waaruit het standpunt van de balie.
Ik zie maar drie mogelijke problemen :
- vooreerst het beroepsgeheim, dat naar de beide kanten toe moet gewaarborgd blijven.
- mogelijke strijdigheid van belangen, wat volgens de algemene principes moet opgelost worden.
- mogelijk een probleem van stageprestatie, wanneer wij spreken over een 3/4de of 4/5de activiteit op weekbasis (zoals in de brief van betrokkene aan U gericht op 26 oktober 2002 wordt gesteld). Er moet nagegaan worden of de betrokkene nog wel de tijd heeft om haar gewone stage als advocaat op bevredigende wijze uit te oefenen, ofwel of dit door uw balie kan aanvaard worden als een plaatsvervangende stageopleiding.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie