Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 160

Goodwillovereenkomst tussen advocaat en niet advocaat (overname van juridische afdeling van adviesbureau) - niet geoorloofd - verbod van aanbevelingsereloon tussen advocaten (dichotomie) - rechtsvergelijking

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

De vraagstelling is de volgende :

De advocaat neemt de "juridische afdeling" van een adviesbureau over. Het adviesbureau verbindt zich ertoe om geen juridisch advies meer te verstrekken en om het betrokken advocatenkantoor "uitgebreid voor te stellen" aan zijn cliënteel dat juridische dienstverlening zoekt. De cliëntendossiers worden, na instemming door de cliënt, overgedragen aan het advocatenkantoor.

Het advocatenkantoor verbindt zich ertoe om aan het adviesbureau een "goodwill" te betalen voor de overname van het cliënteel/de dossiers. Deze betaling wordt uitgedrukt in een percentage van de erelonen gerealiseerd op het overgedragen cliënteel gedurende de volgende vijf jaar of als een vaste som per jaar gedurende volgende vijf jaar. De betalingen nemen een einde indien het advocatenkantoor niet meer uitgebreid voorgesteld wordt aan de rechtzoekenden die zich tot het adviesbureau wenden.

De vraag rijst of dergelijke goodwillovereenkomsten tussen advocaten en niet-advocaten überhaupt kunnen. Maakt dit geen inbreuk uit om erelonen te delen met niet-advocaten (zie CCBE Gedragscode, artikel 3.6.1) ? Belet het verbod om erelonen te delen ook het betalen van een vaste som voor overname van cliënteel ? Artikel 5.4.2 van de Gedragscode verbiedt ook het betalen van een honorarium voor de introductie van een cliënt.

Geldt deze gedragscode enkel voor de grensoverschrijdende activiteiten van de Europese advocaten (zie Inleiding Gedragscode, 1.3.1, 1.3.2, tweede gedachtestreepje en 1.5) ? Strikt genomen is het antwoord op deze vraag positief. Hierbij moet evenwel ook rekening gehouden worden met de intentieverklaring dat de regels opgenomen in de Gedragscode "in acht zullen worden genomen bij iedere herziening van interne gedragsregels met het oog op een geleidelijke harmonisatie daarvan" en de uitgesproken wens "dat hun interne gedragsregels zo veel mogelijk zullen worden geïnterpreteerd en toegepast overeenkomstig de (onderhavige) gedragscode". Het toelaten van bepaalde handelingen in het interne verkeer, die verboden zijn in het internationale verkeer, zou trouwens op Europese bezwaren stuiten.

Advies

Uit het voorgaande wordt correct afgeleid dat artikel 313 van de Brusselse reglementering, Deontologische regels en huishoudelijk reglement (DRHR), zo moet geïnterpreteerd worden dat dergelijke regeling enkel tussen advocaten kan toegepast worden.

De betrokken reglementering betreft slechts advocaten, en een overname van cliënteel vanwege niet-advocaten, of door niet-advocaten wordt niet besproken.

In dezelfde context is valorisatie van een cliënteel, bv. bij overgang naar een vennootschap of associatie, slechts een bijzondere overdracht van kantoor, en valt ze onder dezelfde regels en principes.

Deze stemmen overeen met artikel 3.6.2 van de Gedragscode, dat betalingen voor de introductie van cliënteel bij de opvolger en de erfgenamen van de overleden advocaat of aan een advocaat die het beroep neerlegt, toelaat (STEVENS, J., Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, 2de Ed., 1997, 792, e.v. ; GOFFIN, L., "Heeft de advocaat een 'recht' op zijn cliënteel ?, R.W., 1968-69, 1577 ; LAMBERT, P., Règles et usages de la profession d'avocat du barreau de Bruxelles, 2de Ed., 1993, 488, e.v. ; BOURS, J.P., "La patrimonialisation des clientèles civiles", J.T., 1991, 249 ; WAGEMANS, M., Recueuil des règles professionnelles, 2001, 274 ; L.B., december 1984, 125 ; Reglement van de Antwerpse Orde, 6 januari 1997).

Er is dus geen enkel bezwaar overeenkomstig de gangbare deontologische opvattingen, tegen het valoriseren van een advocatencliënteel tussen confraters of ex-confraters.

3. Anderzijds is steeds aanvaard geweest dat delen van erelonen tussen advocaten die geen vennoten zijn in een samenwerkingsverband, verboden is, als strijdig met de professionele waardigheid.

Ze is steeds verboden omdat ze de advocaat ertoe aanzet zijn erelonen op te drijven (om de aanbrenger van de zaak zijn deel te kunnen betalen). Bovendien leidt dergelijke dichotomie tot een commercialisatie van het beroep door een soort commissie toe te kennen voor de aanbreng van zaken (LAMBERT, o.c., 606).

De Franse Orde te Brussel heeft niet langer geleden dan in 1990 een reglement terzake aangenomen (23 januari 1990, L.B., september 1990, pag. 9).

De inleiding van dit reglement voert aan dat de erelonen van de advocaat de noodzakelijke tegenwaarde zijn van zijn werkzaamheden en verantwoordelijkheden, zodat de regels van kiesheid en onbaatzuchtigheid verbieden dat hij enige vergoeding zou vragen om de enkele reden dat hij een confrater of elke andere persoon heeft aanbevolen bij een rechtzoekende.

Het reglement dat slechts één artikel omvat, stelt :

Sans préjudice des conventions particulières régissant les associations et groupements, l'avocat ne peut percevoir une quelconque rémunération d'un confrère ou de toute autre personne (*), pour le seul motif qu'il a recommandé celui-ci à un justiciable, à l'occasion d'une affaire déterminée, ou pour un ensemble de dossiers. Il est également interdit à l'avocat qui a été recommandé par un confrère ou une autre personne de lui payer une rémunération pour ce seul motif.
— (WAGEMANS, o.c., nr 349)

(* LAMBERT, o.c., citeert in voetnoot 135 hier het geval van een aanbod tot commissie voorgesteld door een makelaar in onroerend goed (L.B., oktober 1991, pag. 65) en dat van een handelsvennootschap die voorstelt de aanbeveling te renumereren bij het cliënteel van de advocaat (L.B., juni 1993, pag. 388)).

Deze opvatting i.v.m. het ondeontologisch karakter van dergelijke dichotomie (ongeacht overigens of het om een percentage op de erelonen of een vaste som per jaar over een periode van x jaren gaat) vindt men ook terug in de ons omringende landen.

In Nederland zegt regel 2, lid 2 van de Gedragsregels 1992 :

Het is de advocaat niet geoorloofd een beloning of provisie toe te kennen of te ontvangen voor het aanbrengen van opdrachten.

Dichotomie wordt eveneens in Frankrijk uitgesloten (HAMELIN, J. en DAMIEN, A., Les règles de la profession d'avocat, 9de Ed., Dalloz, 2000, pag. 408 (nr 304 in fine) met aldaar verwijzing naar de andere auteurs en Franse rechtspraak).

In Duitsland wordt ze verboden door § 49 b (3) van de Bundesrechtsanwaltordnung ("Die Abgabe und Entgegennahme eines Teils der Gebühren oder sonstiger Vorteile für die Vermittlung von Aufträgen, gleichviel ob im Verhältnis zu einem Rechtsanwalt oder Dritten gleich welcher Art, ist unzulässig" - FEUERICH, W. & BRAUN, A., BRAO, 3de Ed., 1995, Verlag Franz Vahlen, München, 394 en 404).

Ook in de U.K. verbiedt de regel 14.02 feesharing, behoudens met een binnen- of buitenlandse solicitor, de klerk van de solicitor, of een gepensioneerde of opgevolgde solicitor of dienst rechthebbenden o.m. in geval van overlijden (zie The Law Society, The Guide to the Professional Conduct of Solicitors, 6de Ed., 1993, pag. 294).

Hieraan dien ik toe te voegen dat ik zopas vernam dat er een voorstel van een commissie in de Law Society bestaat dat in de Law Society in onderzoek is om "referral fees" aan derden toe te laten ; dat voorstel is gemaakt - wat niet hoeft te verwonderen - in het kader van een onderzoek naar het toelaten van M.D.P.'s door de Law Society.

5. Het hoeft geen verwondering te wekken dat de voorstanders van M.D.P.'s ook voorstander zijn van het toelaten van referral fees. Hierin zien de accountantskantoren immers een mogelijkheid om hun cliënteel te verzilveren wanneer ze hun afdeling legal consult naar de balie brengen, of return zoeken voor de expansie van hun legal department door samenwerking met advocaten.

In de zaken C. en O. heeft de raad van de Orde van de Antwerpse balie bij administratieve beslissing van 22 oktober 2001 dan ook de toegang tot de Antwerpse balie ontzegd aan deze twee Brusselse advocaten, wegens een gebrek aan onafhankelijkheid. Deze beslissing is in kracht van gewijsde getreden.

Vastgesteld werd dat de associatie L. waarvan beide advocaten deel uitmaakten, "zonder meer de voortzetting is van de juridische afdeling van K." en de cliënteel van K. werd getransfereerd naar L., waarbij voor deze overgegane goodwill aan K. een prijs diende betaald van 230.000.000 BEF over een periode van vijf jaar. Deze prijs werd in de beslissing van de raad "een verkapte vorm van deelname in de opbrengst van de activiteiten van L." genoemd, welke deze "in een toestand plaatst die onverenigbaar is met het vereiste van onafhankelijkheid van de advocaat".

In het licht van de vaststellingen van het Hof van Justitie van de EU in het arrest Nova I van 19 februari 2002 kan bezwaarlijk worden voorgehouden dat het verbod voor advocaten om dergelijke betalingen voor "goodwill" te verrichten aan niet-advocaten (en met name aan accountantskantoren) discriminerend is of strijdig met de regels van het mededingingsrecht.

Het gaat duidelijk om een vorm van inkomstendeling, om bedragen (arbitrair en naar de duidelijke wil enkel van de sterkste partij de aanbrenger van cliënteel vastgesteld) die een afromen inhouden van de advocatenerelonen, met als bijkomend element een belangrijke belangenvermenging in het advocatenkantoor en een duidelijke inbreuk op (de o.m. financiële) onafhankelijkheid van dat kantoor.

Een vergoeding voor overname of aanbrengen van cliënteel of aanbeveling van cliënteel is dus door de bestaande regels van het beroep verboden.

Het ligt in de bedoeling deze regels nog verder aan te scherpen om elke wijze van deelneming van niet-advocaten in advocatenkantoren effectief uit te sluiten.

De Joint Order of the Appellate Divisions of the Supreme Court van New York, bracht vanaf 1 november 2001 een nieuw hoofdstuk 1205 aan in de "Disciplinary Rules of the Code of Professional Responsibility" van de New York Bar, waarin te lezen is :

The lawyer or law firm neither grants to the nonlegal professional or nonlegal professional service firm, nor permits such person or firm to obtain, hold or exercise, directly or indirectly, any ownership or investment interest in, or managerial of supervisory right, power or position in connection with the practice of law by the lawyer or law firm, nor, as provided in section 1200.8 (b) (1), shares legal fees with a nonlawyer or receives or gives any monetary of other tangible benefit for giving or receiving a referral.

Het is evident dat bij verbod van een gerenumereerde overname van de cliënteel van een niet-advocaat, een zogenaamd "kostenloze" overname van een adviesbureau in het licht van het voorgaande als a priori ongewoon en verdacht zal overkomen en mogelijk als een verdoken sponsoring of subsidiëring van het advocatenkantoor door het adviesbureau zal beschouwd worden.

In beroepen als de advocatuur en de accountancy/consultancy, welke ondanks hun karakter van vrij beroep worden aangemerkt als ondernemingen door de mededingingsautoriteiten (en hun afspraken als ondernemersafspraken) geldt het voor wat hoort wat principe en is er niet zoiets als "a free meal".

De "kosteloze overname" zal dus in elk geval beschouwd worden als een bewijs van een samenwerkingsverband en zal aanleiding moeten geven tot nader onderzoek.

Stafhouder Jo Stevens

Bestuurder departement deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen