Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies advies 152
K.B. 18 december 2001 - Medische Raad van een ziekenhuis - artikel 4 : confidentialiteit - belet niet dat de medische raad zich bij zijn opdracht kan laten bijstaan door een advocaat of deskundige
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Mevrouw Geneviève Boliau, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Balies, maakt mij uw brief van 4 maart 2002 over i.v.m. artikel 4 van het Koninklijk Besluit van 18 december 2001.
Artikel 4 van dit K.B. stelt dat de medische raad de vertrouwelijkheid van de gegevens die hem werden overgemaakt dient te respecteren. De medische raad mag ze in geen geval buiten de medische raad verspreiden.
Het gaat om een aantal gegevens in artikel 1 van het K.B. aangeduid, o.m. de gegevens die volgens het K.B. van 27 november 1973 verstrekt worden aan de ondernemingsraden en dan een aantal specifieke gegevens betreffende ziekenhuizen, het personeel en de werking van de ziekenhuizen.
De vraag is of de medische raad, uitsluitend bestaande uit praktijkvoerende ziekenhuisartsen, zich bij zijn opdracht kan laten bijstaan door een raadsman of deskundige.
In dat geval zou men kunnen argumenteren dat de medische raad de vertrouwelijkheid van de gegevens niet respecteert en deze gegevens buiten de medische raad verspreidt.
U denkt o.m. inzake herstructureringsoperaties aan advocaten en bouwkundigen, aan een revisor of een bedrijfskundige, inzake nazicht en toezicht betreffende boekhoudkundige gegevens ofwel inzake bepaalde juridische en financiële aspecten aan een revisor of een advocaat, inzake ethisch deontologische aspecten aan een eventueel advies van de geëigende organen van de Orde der Geneesheren.
Wat in eerste instantie opvalt, is dat er niet sprake is in deze gegevens van enig beroepsgeheim, doch wel van vertrouwelijkheid.
De vertrouwelijkheid van gegevens wordt algemeen aanvaard een meer beperkte vorm van terughoudendheid zonder geheimhoudingsplicht te vertegenwoordigen.
Het beroepsgeheim wordt over het algemeen als iets absoluut en monolitisch beschouwd waarop slechts een aantal beperkte uitzonderingen worden toegelaten, bv. in geval van een noodtoestand of van waardenconflict in het belang van de patiënt zelf.
De plicht tot vertrouwelijkheid wordt eerder gezien als het omgaan met de gegevens die men bekomt met de nodige discretie en omzichtigheid.
Ook aan het woord verspreiden dient een bijzondere aandacht in deze te worden gegeven.
Het gaat niet om een technisch-juridische term doch om een term die in zijn algemene betekenis moet worden begrepen. Verspreiden betekent dus aan een aantal personen, buitenstaanders, bekend maken, er een zekere ruchtbaarheid aan geven, multipliceren.
Uit de voorgaande omschrijving volgt m.i. duidelijk dat het K.B. geenszins wil beletten dat de medische raad zich zou laten bijstaan door derden om de gegevens die hij ter beschikking heeft gekregen te laten evalueren op een aantal vlakken door specialisten die daartoe bevoegd zijn.
Dit geldt des te meer indien deze specialisten zelf gehouden zijn tot het beroepsgeheim en/of discretieplicht. In dat geval spreekt men immers van een gedeeld beroepsgeheim resp. een gedeelde discretie.
Ik denk dus dat het Koninklijk Besluit er niet aan in de weg kan staan dat de medische raad in dergelijke gevallen een beroep kan doen op de specialisten van zijn keuze teneinde door deze bijgestaan te worden in zijn onderzoek en besluitvorming.
Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie