Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 143

Beroepsgeheim - verzoek van de notaris van de erfgenamen aan de advocaat van de decujus om uitleg te geven - rechtsopvolger van de cliënt kan advocaat niet ontslaan van zijn geheimhoudingsplicht - niet-strafbaarstelling heft deontologische zwijgplicht niet op - nuttig overleg met de stafhouder van betrokken advocaat

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Een advocaat van uw balie werd door de notaris van een erfgenaam van zijn cliënt gevraagd uitleg te geven over sommen die door tussenkomst van de advocaat aan zijn cliënt door de ex-werkgever werden uitbetaald.

De notaris is de mening toegedaan dat de zonen van de cliënt de persoon van hun vader voortzetten na zijn dood en dus over dezelfde inlichtingen kunnen beschikken als de vader zelf.

Dat is vanzelfsprekend de redenering die steeds toegepast wordt t.a.v. de banken, maar zoals algemeen geweten beschikken de banken niet over een echt beroepsgeheim en hebben ze enkel een discretieplicht (Cass., 25 oktober 1978, J.T., 1979, 369, noot BRUYNEEL, A.; Kh. Namen, 29 juni 1995, J.T., 1996, 328).

De advocaten hebben echter wel een beroepsgeheim dat zowel strafrechtelijk als tuchtrechtelijk gesanctioneerd wordt.

Het is een betwiste vraag naar Belgisch recht of een cliënt een advocaat van zijn beroepsgeheim kan ontslaan. In andere landen zoals in Duitsland en in het Verenigd Koninkrijk wordt aangenomen van wel. In Nederland niet (STEVENS, J., Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, 2de Ed., 1997, Antwerpen, Kluwer, 814).

Het feit dat een patiënt zijn geneesheer ontslaat van zijn zwijgplicht, verplicht deze niet om feiten die onder zijn beroepsgeheim vallen mede te delen, en zelfs niet om in rechte getuigenis af te leggen (Cass., 30 oktober 1978, Pas., 1979, I, 248).

In elk geval gezien het absoluut (sommigen zeggen relatief absoluut) karakter van het beroepsgeheim van de advocaat en het openbare orde karakter dat volgt uit de strafrechtelijke sanctionering, wordt aangenomen dat een rechtsopvolger van de cliënt de advocaat niet van zijn beroepsgeheim kan ontslaan.

Volgens het Hof van Beroep te Luik (7 januari 1991, J.L.M.B., 1991, 722, noot LAMBERT, P., J.T., 1991, 681) vindt het beroepsgeheim zijn grondslag in een beginsel van openbare orde waarover de cliënt noch zijn raadsman kunnen beschikken.

Volgens het Hof van Beroep te Antwerpen (17 mei 1991, R.W., 1991-1992, 470 ; Notarieel Fiscaal Maandblad, 1992, 142 en noot VAN OOSTERWIJCK, G., Notarieel beroepsgeheim en overlijden van de geheimgerechtigde) zich uitsprekend over het beroepsgeheim van een notaris, kunnen de erfgenamen de plicht tot geheimhouding niet opheffen.

Uiteindelijk is het de advocaat zelf die - eventueel onder controle van zijn stafhouder en van de rechtbanken - beoordeelt wat tot zijn beroepsgeheim in een gegeven geval behoort.

De particulariteit dat de betrokken cliënt steeds vergezeld was van een dame die zijn echtgenote niet was en dat de advocaat over de bestemming van de ontvangen gelden of het gebruik dat de cliënt daarvan gemaakt heeft dus enige wetenschap kan hebben, zet aan tot grote voorzichtigheid want er mag aangenomen worden dat de cliënt zelf deze omstandigheden tijdens zijn leven geheim heeft willen houden.

Zelfs als getuige opgeroepen om te getuigen in rechte over een feit dat gedekt is door het beroepsgeheim kan de advocaat de feiten bekend maken indien hij oordeelt dat te moeten doen doch hij kan niet gedwongen worden te spreken indien hij meent het geheim te moeten bewaren (Cass., 23 september 1986, R.D.P., 1987, 77 ; LEGROS, P., Sur le témoignage d'un avocat, in Mélanges R. Legros, Brussel, Larcier, 1985, 352).

De niet-strafbaarstelling heft echter de deontologische zwijgplicht geenszins op. Een advocaat die getuigt zou dus achteraf disciplinair gesanctioneerd kunnen worden indien de raad van oordeel is dat hij aldus aan zijn deontologische plichten te kort is gekomen (Cass., 10 maart 1982, R.W., 1982-1983, 234 ; Cass., 12 maart 1980, R.W., 1980-1981, 847).

Ik meen dus dat de advocaat in kwestie zijn beroepsgeheim zal moeten inroepen.

Ook wanneer de door hem gedekte geheimen zouden kunnen op een andere manier en langs een andere weg, bv. van de werkgever zelf, kunnen bekomen worden door de erfgenamen, doet dat niets af aan de verplichting van de advocaat het beroepsgeheim te bewaren.

Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 720

Meer lezen

Advies 715

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen