Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 139

Vergoeding voor nutteloze verplaatsing (NO reglement 28 januari 1988 en 3 december 1993) - geen uitbreidende interpretatie

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Het probleem is dat een lid van uw balie de zaak voor de Politierechtbank te M. uitgesteld zag van 23 mei naar 14 november om een nota en een burgerlijke partijstelling, eventueel conclusies door een plaatselijk confrater te laten neerleggen en ook voor een persoonlijke verschijning van de chauffeur van de cliënte.

Ondanks een verwittiging bij fax van 12 november en 13 november bleek dat op de zitting van 14 november de advocaat van M. een nota met burgerlijke partijstelling neerlegde inhoudende een verzoek tot veroordeling voor 1 BEF provisioneel op basis van een medisch attest en een verzoek tot aanstelling van een expert.

Gezien echter de chauffeur van de cliënte niet werd vervolgd wegens het toebrengen van opzettelijke slagen en verwondingen, kon de zaak niet behandeld worden op de zitting van 14 november, met als gevolg dat zijn medewerker een nutteloze verplaatsing heeft gemaakt naar M. en tevens een hele voormiddag is kwijt gespeeld waarvoor vergoeding wordt gevraagd ad 10.000 BEF.

Wij weten niet of het op initiatief is van de politierechter dat de zaak uitgesteld is ofwel of de advocaten daarover akkoord gingen en met name samen gevraagd hebben aan de politierechter dat deze de zaak zou uitstellen om het probleem op te lossen.

Zoals U terecht opmerkt, kon aan de politierechter gevraagd worden om de burgerlijke partijstelling gewoon af te wijzen als ongegrond.

Mogelijk is men tot een akkoord over een bijkomend uitstel gekomen ofwel heeft de politierechter zelf de zaak uitgesteld om de procedure alsnog te laten regulariseren.

Zoals U weet, is het hoofdens artikel 4 in fine van het Nationaal Reglement van 28 januari 1988 en 3 december 1992 - vragen tot uitstel en verzending naar de rol, de stafhouder van de advocaat die de nutteloze verplaatsing heeft veroorzaakt die terzake de beslissing moet nemen over de eventuele vergoeding.

De gevallen waarin het reglement voorziet in zijn artikel 4 blijken echter niet overeen te komen met het geval dat zich hier voordoet.

Artikel 4 luidt immers (zoals gewijzigd op 3 december 1992) :

"Komt te kort aan de plichten van confraterniteit :

- de advocaat die, zonder ernstige of onvoorzienbare redenen te kunnen inroepen, niet of laattijdig op de vastgestelde zitting verschijnt, zonder hiervan zijn confrater te hebben verwittigd ;
- de advocaat die een uitstel of verzending van een zaak naar de rol vordert op de inleidingszitting, zonder hiervan zijn confrater te hebben verwittigd, of zulks doet in afwezigheid van de confrater die hem heeft medegedeeld toepassing te willen maken van artikel 735 of 1066 Ger.W.".

Het artikel vervolgt dan dat de advocaat die de nutteloze verplaatsing heeft veroorzaakt, de plicht heeft zijn confrater te vergoeden voor de verplaatsingskosten en de verloren tijd op de wijze vastgesteld door zijn stafhouder.

Zoals U ziet, hebben de bepalingen van artikel 4 helemaal niets te maken met het geval dat zich voordoet en dat eerder een procedure-incident uitmaakt mogelijk door een nalatigheid, mogelijk ook een onwetendheid van de advocaat uit B.

Het lijkt dus niet mogelijk onder de termen van het reglement zelf de vergoeding die thans gevraagd wordt te bekomen en ik twijfel er aan of de stafhouder van B. in deze omstandigheden aan de advocaat van zijn balie een vergoeding zou opleggen.

Dit afgezien van de vraag of het de rechter is geweest die het uitstel heeft bevolen, terwijl de advocaat van uw balie mogelijk de afwijzing van de burgerlijke partijstelling heeft gevraagd, ofwel of de advocaten onder mekaar tot een akkoord zijn gekomen om een bijkomend uitstel te vragen aan de rechter om alsnog de procedure bij wijze van een rechtstreekse dagvaarding bv. in overeenstemming te brengen met de eis die door de burgerlijke partij werd vastgesteld.

Ik besluit dus dat terzake het reglement van 28 januari 1988 en 3 december 1993 geen toepassing kan vinden.

Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie


Ook interessant

Advies 26

Meer lezen

Advies 42

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen