Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 132
Strijdigheid van belangen - mogelijk onrechtstreeks gezien fusies binnen bankwereld - noodzaak de diverse cliënten te raadplegen i.v.m. hun mogelijke bezwaren
Dominique Dombret
Merve Köse
De vraag is of U verder kunt optreden voor de heer H. tegen de Bank X. wetende dat de procedure oorspronkelijk werd gevoerd tegen de Bank A., die later omgevormd werd en de benaming Bank X. aannam, en die deel uitmaakt van de X. Groep, waartoe sedert zeer recent ook behoren de Bank B. en de Bank C. voor welke laatste vennootschappen U reeds geruime tijd optreedt in diverse dossiers.
De kwestie van de strijdigheid van belangen is een regel van de kiesheid en de loyaliteit in het beroep.
Het komt er op aan dat de cliënt weet aan welke kant zijn advocaat staat en dat hij niet de indruk krijgt dat mogelijk andere belangen meespelen dan zijn belangen, met name belangen van een tegenpartij waarmee de advocaat op één of andere manier ook geliëerd is.
De twee cliënten van de advocaat waartussen mogelijk strijdigheid van belangen bestaat, zijn dus belanghebbende partijen bij de vraag te weten of er inderdaad sprake is van strijdigheid van belangen, en hebben een zekere beslissingsbevoegdheid om te vinden dat een (schijn van of mogelijke) strijdigheid van belangen voorkomt, zodat zij kunnen prefereren dat hun gezamenlijke advocaat niet zou optreden in een zaak waarin belangen kunnen strijden.
De vraag dient dus eigenlijk gesteld te worden zowel aan de heer H. als aan de Bank B. en Bank C.en de X. Groep, want zij zijn de belanghebbende partijen.
Het is evident dat hier geen sprake is van een rechtstreekse strijdigheid van belangen vermits de heer H. werd gedagvaard door de Bank A., thans Bank X., en de Bank B. en de Bank C. geen deel uitmaken van de Bank X., doch slechts van de X. Groep, de moedervennootschap van Bank X..
Toch zou het passen dat U de cliënten langs de twee kanten op de hoogte brengt van het probleem en hen uitzonderlijk hun toestemming vraagt of minstens vraagt of er geen bezwaar is dat U in de zaak zou optreden.
Inderdaad wordt aanvaard dat wanneer algemeen bekend is dat cliënten, in dit geval Bank X. en de X. Groep(waarin de Bank B. en de Bank C.) systematisch meerdere advocaten raadplegen, kan worden verwacht dat zij ermee instemmen dat hun advocaat mits het respecteren van de vertrouwelijkheidsverplichting, ook voor een wederpartij kan optreden, in dit geval een onrechtstreekse wederpartij, zonder afbreuk te doen aan zijn vertrouwelijkheidsplicht, zijn onafhankelijkheid en zijn loyaliteitsplicht.
Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie