Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 13

Ereloon / Taxatie - advies door de Raad van de Orde / betwisting / opvolging

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

Vraag

Het probleem betreft in een ereloonbetwisting voor de rechtbank, voornamelijk de regel van artikel 3, lid 2 Reglement van de Algemene Raad van de Nationale Orde van 17 juni 1983 en 12 oktober 1989 (“Advocaat die een confrater opvolgt”) luidende als volgt :

Artikel 3 : Indien de staat van kosten en ereloon van de eerste advocaat wel wordt betwist, mag de opvolgende advocaat zonder de toestemming van zijn confrater de zaak niet voortzetten, noch provisie ontvangen vooraleer het ereloongeschil bij een rechtsmacht aanhangig is gemaakt ; dit verbod blijft geldig zolang het bedrag, eventueel door de Stafhouder van de eerste advocaat vastgesteld, niet werd betaald of geconsigneerd. De opvolgende advocaat onthoudt zich van elke tussenkomst in de betwisting.

I. Feiten en vraag­stel­ling

Luidens de conclusies van partij K., die het ereloon betwist met bijstand van advocaat M., maar die eerst als opvolgende raadsman advocaat P. had gekozen, zowel voor de zaak ten gronde als wat de ereloonbetwisting t.a.v. de opgevolgde advocaat betreft, mocht deze advocaat P. niet optreden in de ereloonbetwisting gelet op het verbod van diens Stafhouder.

Ook wanneer de Raad van de Orde bij tussenvonnis door de Rechtbank werd gevraagd een ereloonadvies te geven, zou de Raad van de Orde bij oproeping van de partij K. voor de taxatiecommissie uitdrukkelijk aan deze partij verbod hebben opgelegd zich te laten bijstaan door de advocaat van haar keuze, de opvolgende raadsman Mr P. (dit zou betwist worden door de tegenpartij van K., welke zegt dat niet blijkt van enig verbod, en dat de oproeping daarvan geen melding maakte).

Uiteindelijk zou partij K. in de procedure leidend tot het advies voor de Raad over het ereloon zijn bijgestaan door een andere raadsman, Mr V.

Partij K. stelt dat de miskenning van het fundamenteel principe van vrije keuze van raads- man enkel kan gesanctioneerd worden door de nietigheid van het advies, zodat de recht- bank bij haar beoordeling van het ereloon geen rekening kan houden met dit advies.

De vraag geldt deze gevolgtrekking, en bovendien of deze deontologische kwesties het voorwerp kunnen uitmaken van een debat voor de rechtbank, daar ze tot de bevoegdheid van de Stafhouder behoren.

II. Beoordeling

Het is evident dat hier een juiste toepassing werd gemaakt van de hoger geciteerde regel van artikel 3, lid 2 van het Nationaal Reglement. Deze regel houdt immers in dat de opvolgende advocaat (Mr P.) zich moest onthouden van elke tussenkomst in de betwisting over het ereloon van zijn voorganger, en met elke is vanzelfsprekend een tussenkomst in de betwisting voor de rechtbank en de taxatiecommissie en/of de Orde als adviserend orgaan/expert voor de rechtbank begrepen.

Het betreft zonder twijfel een formeel en inhoudelijk juiste toepassing van de regel.


De betekenis van de regel waardoor men wil vermijden dat de advocaat die optreedt als opvolger in de bodemzaak tevens de advocaat zou zijn van de ereloonbetwisting tegen de advocaat die hij opvolgt, is de volgende : enerzijds wil men vermijden dat omwille van het ereloonconflict, niet alle gewenste en noodzakelijke informatie zou doorstromen naar de opvolgende advocaat (bv. vertrouwelijke briefwisseling), anderzijds wil men vermijden dat de ereloonprocedure zou worden benaarstigd door een opvolgende advocaat die al te zeer betrokken is bij de bodemzaak, terwijl tenslotte een belangenconflict of het gevaar van tegenstrijdige stellingen in de beide procedures kan ontstaan.


De reglementen van de Algemene Raad van de Nationale Orde zijn bindend voor alle advocaten (artikel 501 Ger.W. ; Antwerpen, 17 maart 1992, T.B.H., 1992, 1051).

Het zijn wetten in de zin van artikel 608 Ger.W., dus in materiële zin (Cass., 12 december 1985, Arr. Cass.,1985-86, 533, impliciete oplossing, MAES, B., Cassatiemiddelen naar Belgisch recht, Gent, Mys & Breesch, 1993, pag. 69, nr 88).

Deze verbindende kracht van de reglementen geldt ook t.a.v. derden (o.m. de cliënten) niet rechtstreeks, maar afgeleid, omdat zij slechts een beroep kunnen doen op de tussenkomst van een advocaat binnen de voor hem geldende deontologische regelgeving (STEVENS, J., Regels en gebruiken, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1990, pag. 865, nr1053).


Een deontologische regel waarbij de keuzevrijheid van de cliënt wordt beperkt, is niet noodzakelijk strijdig met artikel 6, 1 E.V.R.M. ; het vrije keuzerecht is volgens de E.C.R.M. geen als dusdanig door artikel 6, 1 gewaarborgd recht (E.C.R.M., nr 15158/89, Boers t/ België, 6 april1992, Rev. trim. dr. homme, 1993, 602, noot LAMBERT, P., “L’autorisation d’assigner un confrère avocat”).

Daarbij dient overwogen dat K. wel degelijk bijgestaan werd voor de Raad van de Orde door een advocaat, Mr V.


In casu gaat het niet om een taxatie- of tuchtprocedure voor de Raad van de Orde, doch om een advies op verzoek van de rechtbank door de Raad van de Orde.

In dergelijk geval treedt de Raad niet op als een rechtsmacht, doch als een expert, en dan zijn de proceduregaranties bepaald in artikel 6, § 1 E.V.R.M. en artikel 459, lid 2 Ger.W. niet van toepassing op de Raad (Cass., 12/3/1992, R.W., 1992-93, 224 ; J.T., 1992, 776, noot LAMBERT, P., “L’avis du conseil de l’ordre sur une contestation d’honoraire”).


Daar het om een “gewoon” deskundig advies gaat, zijn de procedureregels, mutatis mutandis en rekening houdend met artikel 2 Ger.W., betreffende de expertise van toepassing.

Daarbij dient overwogen dat er geen uitdrukkelijke nietigheid desbetreffend in het Gerechtelijk Wetboek voorkomt (artikel 860 Ger.W., pas de nullité sans texte).

Er kan dus geen sprake zijn van nietigheid van het verslag.

Overigens oordeelt de rechtbank op soevereine wijze, zoals bij elk expertiseverslag, of zij van het verslag van de Raad van de orde en zijn conclusies gebruik zal maken, en in hoeverre zij dit advies zal volgen (artikel 986 Ger.W. ; STEVENS, o.c., nr 774).


Zoals uit het bovengaande blijkt gaat het om een deontologische regel (Reglement), doch evenzeer over de vraag in hoeverre deze de rechten van een cliënt/partij vermag aan te tasten.

De reglementen van de Algemene Raad van de Nationale Orde zijn normen die overeen- komstig artikel 159 (nieuw) van de Grondwet kunnen getoetst worden aan de wet door de Hoven en Rechtbanken, die in de hun voorgelegde zaak de toepassing ervan kunnen weigeren, indien ze strijdig zijn met een hogere norm.

Ik deel derhalve uw mening niet dat dergelijke kwesties niet zouden mogen gedebatteerd worden voor een rechtbank, daar ze tot de bevoegdheid behoren van de Stafhouder.

Stafhouder Jo Stevens

Bestuurder departement deontologie

Ook interessant

Advies 578

Meer lezen

Advies 552

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen