Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 121

Tuchtprocedure. Wraking van één der leden van de raad van de Orde - artikel 828 e.v. Ger. W. van overeenkomstige toepassing in tuchtzaken - procedure

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

De vraag luidt of in een tuchtzaak voor de raad van de Orde de wraking van één der leden van de raad kan voorgedragen worden, op welke wijze en om welke reden.

1. Gezien artikel 2 Ger.W. zijn de regels i.v.m. de wraking van rechters bepaald in artikel 828 e.v. Ger.W. van toepassing op alle rechtsplegingen, en dus kunnen ook advocaten die als rechters optreden in een tuchtraad van de Orde worden gewraakt (Cass., 20 september 1979, Arr. Cass., 1979-80, 77 ; STEVENS, J., Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, Kluwer, Antwerpen, 1997, nr 1158, adde : nr 1117, 1130, 1201).

2. De wraking mag niet verward worden met de onttrekking van de zaak aan de rechter wegens gewettigde verdenking (artikel 648 Ger.W.), waardoor de zaak wordt onttrokken door het Hof van Cassatie aan het betrokken rechtscollege om te worden verzonden naar een ander rechtscollege. Ook deze procedure is toepasselijk in tuchtzaken voor de Orde van Advocaten (Cass., 19 april 1991, Pas., 1991, I, 757), en in voorkomend geval verzendt het Hof van Cassatie de zaak naar een raad van de Orde van een ander arrondissement (Cass., 26 maart 1987, Arr. Cass., 1986-87, 991, R.W., 1987-88, 44 ; Cass., 3 februari 1986, Arr. Cass., 1985-86, 748 ; Pas., 1986, I, 657).

Het verschil is het volgende : wraking betreft de persoonlijke (on)partijdigheid van een lid van het rechtscollege ; onttrekking betreft de persoonlijke of structurele (on)partijdigheid van alle of een groot deel van de leden van het rechtscollege.

Soms wordt het onderscheid door de pleiter niet juist gemaakt en desgevallend zal het rechtscollege moeten vaststellen dat wat een vraag tot onttrekking van de zaak wordt genoemd in werkelijkheid een verzoek tot wraking is, en daarnaar moeten handelen (Cass., 21 maart 1977, Arr. Cass., 1977, 787 ; Pas., 1977, I, 776 ; Cass., 13 december 1995, Arr. Cass., 1995, 1116 ; Pas., 1995, I, 1153).

3. De wrakingsgronden worden opgesomd in artikel 828 Ger.W. en ik verwijs U daarnaar.

Het geldt een limitatieve opsomming (Cass., 7 november 1969, Arr. Cass., 1970, 247 ; Pas., 1970, I, 221 ; Cass., 30 augustus 1975, Arr. Cass., 1975, 1186 ; Pas., 1975, I, 1075, noot ; Cass., 24 juni 1993, Arr.Cass., 1993, 626 ; Pas., 1993, I, 615 ; R.W., 1993-94, 1337 ; Cass., 24 november 1994, Arr. Cass., 1994, 1016).

De redenen tot wraking worden op beperkende wijze opgesomd in de wet, zodat schending van artikel 6.1 E.V.R.M. en van het algemeen rechtsbeginsel inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet bij wege van wraking kunnen worden aangevoerd (Cass., 24 november 1994, Arr. Cass., 1994, 1016 ; Pas., 1994, I, 1009 en R.W., 1995-96, 86 ; Cass., 4 februari 1997, Arr. Cass., 1997, 162 ; Cass., 11 juni 1998, Arr. Cass., 1998, 678 ; 24 september 1998, R.W.,1999-2000, 933 ; Cass., 19 november 1998, Arr. Cass., 1998, 1062).

De wrakingsgronden moeten precies aangeduid worden ; wanneer ze zo vaag en onbepaald zijn dat de rechtbank en het Hof onmogelijk kunnen nagaan of ze met de werkelijkheid stroken en onder de limitatieve opsomming van artikel 828 E.V.R.M. vallen, of onduidelijk zijn, en neerkomen op verwarde, onbegrijpelijke en onsamenhangende beschuldigingen, worden ze verworpen (Cass., 7 november 1969, Arr. Cass., 1970, 247 ; Pas., 1970, I, 221 ; Cass., 27 april 1979, Arr. Cass., 1978-79, 1025 ; Pas., 1979, I, 1019 ; Cass., 16 mei 1980, Arr. Cass., 1979-80, 1160 ; Pas., 1980, I, 1146).

Uiteindelijk strekt de wraking ertoe de partijen bij een rechtspleging de mogelijkheid te geven hun zaak niet te laten beslechten door een rechter wiens onpartijdigheid ten hunnen opzichte wettig kan worden betwijfeld (Cass., 24 december 1993, Arr. Cass., 1993, 1117, Concl. Adv.-Gen. M. De Swaef ; Pas., 1993, I, 1118).

Is geen wraking de vordering die niet de verwijdering van één of meer bepaalde rechters op het oog heeft, maar de belemmering van de procesgang door systematisch elk lid van het Hof, van wie de partij denkt dat het geroepen is om zitting te nemen in één van de talloze door eiser voor het Hof ingestelde rechtsplegingen te wraken (Cass., 20 februari 1987, Arr. Cass., 1986-87, 828 en Pas., 1987, I, 749).

Het enkele feit dat een lid van de raad van de Orde (in casu van architecten) aan de provinciale raad of het bureau van die raad bepaalde gegevens ter kennis brengt, laat niet toe hem als klager of direct belanghebbende partij of als vervolgende partij bij de zaak betrokken te beschouwen, en hij kan dus om deze reden niet worden gewraakt (Cass., 20 november 1981, Arr. Cass., 1981-82, 396 ; Pas., 1982, I, 395).

4. Een rechter (raadslid) die weet dat er een reden van wraking tegen hem bestaat, moet zich van de zaak onthouden (artikel 831 Ger.W.).

Indien hij verklaart zich van een zaak te onthouden, houdt dat een wettelijk vermoeden in dat er tegen hem een reden van wraking bestaat, zodat hij van de zaak later geen kennis meer mag nemen ; deze regel geldt ook t.o.v. leden van een tuchtrechtelijk college (Cass., 4 maart 1991, Arr. Cass., 1990-91, 706 ; Pas., 1991, I, 628).

5. Een reden van wraking moet worden voorgedragen voor de aanvang van de pleidooien, tenzij de reden later ontstaan is (artikel 833 Ger.W.), in welk geval de wraking moet geschieden op de eerstvolgende zitting na die waarop de wrakingsgrond is ontstaan (Cass., 18 november 1997, Arr. Cass., 1997, 1160).

Deze regel is van openbare orde (Cass., 18 november 1997, gecit.).

6. De wraking wordt in tuchtzaken voor de raad van de Orde voorgedragen bij een op het secretariaat van de Orde neergelegde akte, die de middelen bevat en ondertekend werd door de partij of haar bijzonder gemachtigde, wiens volmacht bij de akte wordt gevoegd (analoge toepassing artikel 835 Ger.W. ; STEVENS, J., Comm. Ger. art. 465 (1998), nr 19 ; Cass., 5 november 1999, R.W., 2000-2001, 1612, noot LAENENS, J., "De vernieuwde wrakingsprocedure").

Het geldt vormvoorschriften op straffe van onontvankelijkheid van het wrakingsverzoek (Cass., 22 juni 1976, Arr. Cass., 1976, 1192, noot E.K. ; Pas., 1976, I, 1157, noot E.K.).

Gezien een bijzondere volmacht wordt geëist, volstaat het mandaat ad litem van de raadsman van de betrokken advocaat niet.

7. De akte van wraking wordt binnen de 24 uren door de secretaris van de Orde (die het ambt van griffier van de raad vervult) overhandigd aan het gewraakte lid van de raad.

Deze moet binnen de twee dagen onderaan die akte van wraking een verklaring stellen, luidens welke hij in de wraking berust of weigert zich van de zaak te onthouden, met zijn antwoord op de middelen van wraking (analoge toepassing artikel 836 Ger.W.).

Betrokken raadslid wordt daardoor geen partij in een tussengeschil (Cass., 7 november 1969, Arr. Cass., 1969, 247 ; Pas., 1970, I, 221).

Vanaf de mededeling van artikel 836 aan het betrokken raadslid worden alle vonnissen en verrichtingen geschorst (artikel 837 Ger.W.).

De secretaris zendt bij weigering van het betrokken raadslid (of bij gebreke aan antwoord binnen de termijn van 24 uren) de akte van wraking en de eventuele verklaring van het raadslid naar de Procureur-Generaal bij het Hof van Beroep van het ressort (analoge toepassing van artikel 838 Ger.W., zoals gewijzigd bij wet van 12 maart 1998 ; vergelijk : Cass., 21 mei 1999, Arr. Cass., 1999, 714).

Over de wraking wordt binnen de 8 dagen in laatste aanleg uitspraak gedaan door de Tuchtraad van Beroep van het ressort, op conclusie van het O.M. en nadat partijen behoorlijk zijn opgeroepen om hun opmerkingen te horen (analoge toepassing van artikel 838, lid 2 Ger.W.).

De gewone dagvaardingstermijnen zijn niet van toepassing (Cass., 6 oktober 1998, Arr. Cass., 1998, 949) ; overigens geschiedt de oproeping, zoals steeds, bij aangetekend schrijven met bewijs van ontvangst.

De secretaris van de Tuchtraad van Beroep betekent de beslissing van deze raad binnen de 24 uren aan de partijen, door de gerechtsdeurwaarder hiertoe door de Tuchtraad van Beroep aangesteld.

De artikelen 839, 840 en 841 Ger.W. zijn van overeenkomstige toepassing. Dus blijkt dat eventueel getuigenbewijs kan bevolen worden.

Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie


Ook interessant

Advies 665

Meer lezen

Advies 653

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen