Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 107

Advocaat-plaatsvervangend rechter beklaagt zich over het gedrag van een rechter - tussenkomst van zijn stafhouder aangewezen indien hij de klacht niet ex qualitate neerlegt - regel van hoffelijkheid, geen deontologische fout.

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

De vraag is of het als een deontologische fout kan worden beschouwd in hoofde van een advocaat, tevens plaatsvervangend rechter in een rechtbank, dat hij, zich beroepend op de laatste hoedanigheid, zich rechtstreeks zonder de Stafhouder of de pro-Stafhouder te kennen bij de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel gaat beklagen over het optreden van een Rechter in deze rechtbank.

De demarche van de advocaat in deze zaak zou ertoe geleid hebben dat de rechter in kwestie ingevolge een beslissing van de Voorzitter van de Rechtbank niet meer zetelt in zaken van het kantoor van betrokken advocaat, alhoewel onderzoek heeft uitgewezen dat in de vonnissen van de kwestieuze rechter in zaken waarbij de advocaat of zijn kantoor betrokken waren, geen spoor van partijdigheid kon worden aangetroffen.

De beslissing van de Voorzitter blijkt dus te zijn ingegeven door de mogelijke animositeit die veroorzaakt werd door de demarche van de advocaat in kwestie.

1. Zoals terecht aangehaald door U, heb ik in mijn boek Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, 2de editie, nr 1024, geschreven :

"Wanneer een incident ontstaat met een magistraat, dient de advocaat zich ervan te onthouden rechtstreeks de korpsoverste van de magistraat erover aan te schrijven of hem daarover te spreken.

De advocaat zal in dit geval zijn Stafhouder vatten met het probleem en deze zal zich desgewenst in verbinding stellen met de korpsoverste (ik verwijs naar de brief van Stafhouder Lambrechts van 28 december 1987).".

2. De kwestie die U voorlegt verschilt van wat ik in het boek besprak omdat de betrokken advocaat zich beroepen heeft op zijn hoedanigheid van plaatsvervangend rechter in dezelfde Rechtbank.

Een eerste vraag is of dat beroep op de hoedanigheid van plaatsvervangend rechter gerechtvaardigd was.

Het lijkt mogelijk dat een advocaat die plaatsvervangend rechter is kennis zou krijgen van een probleem in de Rechtbank waar hij als plaatsvervanger optreedt en dan kan ik niet formeel uitsluiten dat een advocaat zich in zijn hoedanigheid van plaatsvervangend rechter rechtstreeks tot zijn korpsoverste zou wenden. In dat geval is het normaal het probleem voor te leggen aan de Voorzitter van de Rechtbank, waar hij plaatsvervangend rechter is.

Ik heb eerder de indruk, vermits het gaat over de vraag of de rechter partijdig optrad tegen de advocaat - plaatsvervangend rechter of zijn kantoor, dat de advocaat zich hier ten onrechte heeft beroepen op zijn hoedanigheid van plaatsvervangend rechter.

Gezien de problematiek waarvan gewag wordt gemaakt, gaat het eenvoudig om zijn hoedanigheid van advocaat en meende hij in die hoedanigheid zichzelf of zijn kantoor benadeeld te zien door een mogelijke partijdigheid van de rechter.

In dat geval was het aangewezen dat hij langs de Stafhouder om zijn eventuele klacht aan de korpsoverste zou bekend gemaakt hebben.

3. Wat nu de aard van de regel betreft dat men langs zijn Stafhouder om eventueel klacht of opmerkingen tegen de magistraat laat geworden aan diens korpsoverste, dient er op gewezen dat het gaat om een regel van beleefdheid eerder dan om een strikte deontologische regel, een regel van conveniëntie of goede nabuurschap ook die het korps van de advocaten betuigt tegenover het korps van de magistraten, gezien de traditionele hoffelijke banden die deze korpsen onderhouden en een regel die ook normaal door de magistraten wordt geëerbiedigd als er een klacht over een advocaat dient te worden behandeld. In dat geval ook zal de magistraat langs zijn korpsoverste om zijn opmerkingen aan de Stafhouder van de betrokken advocaat laten kennen.

Het zijn dus de banden van achting van hoffelijkheid die de korpsen voor mekaar traditioneel betonen die ervoor zorgden dat deze regel tot stand is gekomen.

4. Ik zie het dus niet zozeer als een deontologische fout wanneer een advocaat van deze traditionele regel zou afwijken dan wel als een fout op de etikette van het beroep en op de gebruiken die tussen de korpsen bestaan.

Het zou maar zijn wanneer de advocaat onbehoorlijk is tewerk gegaan bij zijn rechtstreekse klacht of juist de weg langs de Stafhouder om zou vermeden hebben om aan zijn klacht grote ruchtbaarheid of een kwetsend effect te geven dat men hier van een deontologische fout zou kunnen spreken.

5. Er zijn mij overigens geen incidenten bekend waarin de raad van de Orde sanctionerend is opgetreden tegen een advocaat die zich niet gehouden heeft aan de regel dat een dergelijke demarche dient te geschieden via de Stafhouder.

Wel is het vaste praktijk van de Stafhouders dat zij aan de regel de hand houden en dat zij telkens een advocaat zondigt tegen de regel, hem de passende opmerkingen daarover maken, want het is meestal uit onwetendheid dat de advocaten een inbreuk op de traditionele regel maken.

Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie


Ook interessant

Advies 570

Meer lezen

Advies 541

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen