Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 104
Reglementair verbod van een plaatselijke balie om op te treden tegen advocaat van de eigen balie - advocaat-syndicus is gemandateerde van gemeen recht en wordt niet gedagvaard in zijn hoedanigheid van advocaat - procedure tegen advocaat-syndicus q.q. kan worden gevoerd door lid van zijn eigen balie
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Probleem
Een advocaat van uw balie heeft een vordering voor een cliënt in te dienen wegens schade aan bomen en struiken tegen de Vereniging van Mede-eigenaars van een residentie te Brugge.
De syndicus van de mede-eigendom is een confrater uit Brugge die hij eerst heeft aangeschreven om de zaak eventueel minnelijk te kunnen regelen.
Deze advocaat-syndicus schrijft terug en stelt dat hij niet kan aanvaarden dat zijn confrater optreedt als raadsman van zijn cliënt tegen een lid van zijn eigen balie.
Hij bevestigt bovendien dat hij wel degelijk als syndicus is aangesteld van bedoelde residentie en dat de bomen niet door hem werden gesnoeid, maar door een derde met het akkoord van de cliënt van de tegenstrever.
Hij vraagt dat de tegenstrever zich zou terug trekken als raadsman van deze cliënt bij gebreke waarvan hij klacht zou indienen.
Van de gelegenheid maakt hij gebruik om in zijn hoedanigheid van syndicus van bedoelde residentie de cliënt van zijn tegenstrever in gebreke te stellen om de kosten voor het snoeien van bomen ten bedrage van x BEF te regelen door overschrijving op de rekening van de residentie.
Advies
In de reglementen van de balie van X (pag. 17 - optreden tegen een advocaat) komt de volgende regel voor :
Het is een advocaat van de balie te Brugge verboden op te treden als raadsman van een partij tegen een andere advocaat van zijn balie.
Het is een regel die men in de meeste balies tegen komt, hoewel niet alle balies deze regel kennen.
In sommige balies heeft deze regel een beperkter impact en stelt de regel van confraterniteit slechts dat men vooraf toelating vraagt aan de Stafhouder indien men een klacht of een procedure dient in te leiden tegen een confrater, terwijl er vaak een tweede toelating vereist is om het bekomen vonnis te doen uitvoeren.
In het algemeen wordt aanvaard dat men de toestemming van de Stafhouder behoeft of minstens vooraf op hem een beroep moet doen wanneer men een advocaat in opspraak moet brengen, bv. in conclusies, ook indien hij geen partij is in het proces (STEVENS, J., Regels en gebruiken van de advocatuur te Antwerpen, nr 998).
Volgens LAMBERT, Règles et usages de la profession d’avocat du barreau de Bruxelles, pag. 578, gaat het om een “une simple démarche de convenance” daar men een partij niet mag verbieden of althans bemoeilijken door de raadsman van haar keuze alle bijstand te ontzeggen, haar rechten en aanspraken voor een rechtsmacht te brengen door een beroep te doen op de confraterniteit.
Er is dan ook een voorstel van de Nederlandse Orde te Brussel om deze regel af te zwakken naar een eenvoudige verwittiging van de Stafhouder wanneer men een procedure begint tegen een confrater waarop de Stafhouder dan kan tussenkomen en bepaalde schikkingen nemen.
Er zou dus geen toelating meer vereist zijn.
Ook de Franse Orde te Brussel heeft de regel reeds in deze zin aangepast (zoals ook onlangs de Nederlandse Orde), en er is een voorstel neergelegd bij het Departement Deontologie van de Vereniging van Vlaamse Balies om deze eerder afgezwakte regel als regel te laten opnemen voor alle Vlaamse balies.
Dat zal door de Commissie Deontologie en later door de Raad van Afgevaardigden onderzocht dienen te worden.
De bedoelde regel of hij nu, zoals te Brugge, elk optreden verbiedt tegen een confrater van de eigen balie ofwel dit optreden afhankelijk stelt van een toelating van de Stafhouder ofwel van een verwittiging van de Stafhouder, heeft in elk geval nooit en in geen enkele balie gegolden voor confraters die niet als dusdanig worden aangesproken voor persoonlijke fouten of t.a.v. hun persoonlijk patrimonium, doch die optreden q.q. als curator, als vereffenaar, als beheerder ad hoc, en er is dan ook geen enkele reden om de gestrengheid van de regel toe te passen op de advocaat-syndicus die duidelijk niet in zijn persoonlijk patrimonium of in zijn persoonlijke aansprakelijkheid wordt gedagvaard, maar enkel als iemand die q.q., nl. als beheerder van de mede-eigendom wordt aangesproken.
Zoals voor een curator kan er dan ook geen sprake van zijn dat een voorafgaande toelating van de Stafhouder nodig zou zijn of dat men dergelijke advocaat q.q. niet zou kunnen dagvaarden.
Er moet immers niet vergeten worden dat het de syndicus is die de mede-eigendom vertegenwoordigt en dat het in zijn persoon is dat de mede-eigenaars worden gedagvaard.
Stellen dat een Brugs advocaat niet tegen een Brugse syndicus q.q. zou kunnen optreden, is een ongepast voordeel geven aan de mede-eigenaars die een Brugs syndicus hebben genomen omdat diegene die tegen de mede-eigendom willen procederen van hun natuurlijke raadslieden aan de Brugse balie zouden beroofd worden indien deze niet zouden kunnen optreden tegen een Brugs syndicus.
In het reglement op de advocaat-syndicus is in punt 4 bepaald dat een advocaat-syndicus die optreedt voor de rechtbanken als vertegenwoordiger van de vereniging niet optreedt als raadsman doch als een gemandateerde van gemeen recht en dat hij gebeurlijk zijn mandaat zal moeten bewijzen ook t.a.v. zijn confraters.
Hier is een bijkomende aanduiding dat de Brugse regel op hem niet van toepassing kan zijn omdat hij niet als advocaat optreedt doch als gemandateerde van gemeen recht en dat dus zeker geen regel van confraterniteit tegenover hem toepasselijk moet gemaakt worden die op overige advocaten met een gerechtelijk of gemeenrechtelijk mandaat niet wordt toegepast.
De regel vervolgt ook dat deze advocaat-syndicus in elk geval niet voor de gemeenschap zal optreden en pleiten wanneer hij persoonlijk in de zaak is betrokken of betrokken kan zijn.
Normalerwijze voor een gerechtelijk mandataris, een advocaat die dus q.q. moet aangesproken worden, geldt geen verplichting in de diverse balies om de toestemming van de Stafhouder te bekomen c.q. de Stafhouder de verwittigen, tenzij juist deze gerechtelijk mandataris persoonlijk in de zaak is betrokken of betrokken kan zijn indien hij dus eventueel persoonlijk moet aangesproken worden in aansprakelijkheid.
U zult zien dat het reglement advocaat-syndicus juist bepaalt dat in dergelijk geval de advocaat-syndicus niet kan optreden voor de gemeenschap en niet voor haar kan pleiten.
Besluitend kan worden gezegd dat het evident lijkt dat een syndicus kan worden gedagvaard zonder enige toelating van de Stafhouder door een advocaat van de eigen balie, juist omdat hij als syndicus een gemandateerde is en niet wordt gedagvaard in zijn kwaliteit van advocaat.
Het is slechts indien men de syndicus persoonlijk in opspraak zou moeten brengen, indien men dus een actie in verantwoordelijkheid van de syndicus zou moeten instellen dat het gepast kan zijn de Stafhouder om toestemming te vragen of om hem te verwittigen van zijn actie.
Tenslotte dien ik op het dubbelzinnige te wijzen van de brief van de advocaat-syndicus in deze zaak.
Hij stelt dat hij helemaal niet kan aanvaarden dat zijn tegenstrever optreedt als raadsman van partijen tegen de gemeenschap van eigenaars waarvan hij syndicus is, zich ten onrechte beroepend op de regel dat men geen advocaat van de eigen balie kan dagvaarden, terwijl hij anderzijds van de gelegenheid gebruik maakt om een ingebrekestelling te sturen in zijn hoedanigheid van syndicus, ingebrekestelling die gericht tegen de cliënt van zijn confrater.
Een ingebrekestelling gericht aan de advocaat van een schuldenaar kan aan deze laatste niet worden tegengeworpen als de advocaat geen bijzonder mandaat had om dergelijke brieven te ontvangen (Luik, 29 juni 1990, Rev. rég. dr., 1991, 63).
Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie