Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Deontologie-advies Advies 100
Fantasiebenaming - verboden - aanvullend gebruik van dergelijke benaming in letterlogo of bij (Europees) Economisch Samenwerkingsverband of netwerk toegelaten
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
(Uit het verslag van de Commissie Deontologie van 5 oktober 2000)
De vraagstelling van een advocatenkantoor i.v.m. een fantasiebenaming wordt terug besproken.
Hoewel de vraagsteller erkent dat het huidig reglement op de samenwerkingsverbanden inderdaad in artikel 4 stelt dat de advocatenvennootschappen enkel de benaming mogen aannemen van één of meerdere vennoten, meent hij dat dit zeer onpraktisch is omdat de namen van de oprichters telkens worden aangevuld met nieuwe namen die bijkomen in de maatschappelijke benaming, wat wijziging van statuten eventueel nodig maakt, publicaties in het Staatsblad, wijziging van registratienummer werkgever bij de R.S.Z., wijziging van burgerlijke registers, wijziging van machtigingen voor bancaire verrichtingen, gegevens telefoonboek, enz.
Wanneer men op een kantoor zit waar de groep nog actief wordt uitgebouwd naar bepaalde voorkeurmateries of specialisaties is het soms aangewezen dat in de maatschappelijke benaming ook alle namen van de betrokkenen blijven voorkomen, tenzij men een duidelijke herkenningsnaam zou kunnen vinden in een fantasiebenaming.
Ook in termen van public relations is het steeds voluit gebruik maken van bv. negen vennoten niet bijzonder herkenningsgericht, zodat de betrokken advocatengroep wenst dat binnen de perken van artikel 4 aanvullend gebruik zou kunnen gemaakt worden van een ondersteunende fantasiebenaming, zoals bv. Jura of Legis of een andere.
Er wordt erkend dat geen gebruik kan worden gemaakt van een bestaande handelsbenaming in de juridische wereld.
Volgens de vraagsteller is het duidelijk dat geen inbreuk gepleegd wordt op artikel 4 van het Nationaal Reglement indien op de briefwisseling en brochures telkens gebruik wordt gemaakt van de vennootschapsvorm, de benaming advocatenkantoor, de ondersteunende benaming bv. Jura, de naam van alle individuele vennoten.
Verder wordt verwezen naar de Europese regels van mededingingsrecht, maar het is niet duidelijk of de vraagstellers daar een concreet gevolg wensen aan te koppelen of op welke wijze zij menen dat de huidige reglementering dat enkel advocatennamen kunnen voorkomen in de maatschappelijke benaming, strijdig zou zijn met de Europese Mededingingsregels.
De commissie stelt vast dat inderdaad ingevolge artikel 4 geen fantasiebenamingen worden toegelaten en dat dit geldt voor elke vorm van samenwerking van advocaten.
Tevens wordt vastgesteld dat een logo wel mag, zelfs een letterlogo, wat dan eventueel een oplossing zou kunnen zijn voor het gestelde probleem. Dat een logo mag is een gevolg van de afschaffing van het Nationaal Reglement op de publiciteit en de vervanging door het nieuwe plaatselijke eenvormige reglement op de publiciteit.
Verder zou er kunnen aan gedacht worden een Europees samenwerkingsverband op te richten vermits dat een fantasiebenaming kan hebben (er wordt verwezen naar het voorbeeld van Alliance dat onder meer De Bandt - Van Hecke groepeert en dat dan gebruikt wordt als een ondergeschikte benaming) ; dus is het wel mogelijk een bijkomend logo te gebruiken of een bijkomende fantasiebenaming in het kader van een Europees samenwerkingsverband of netwerk.
Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie